Selecteer een pagina

Dossier: Prejudiciële vragen Hoge Raad


HR 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1721

Bepalingen uit buitenlandse huwelijkse voorwaarden die huwelijksvermogensrechtelijke aanspraken afhankelijk stellen van welke echtgenoot het verzoek tot echtscheiding heeft ingediend of van welke echtgenoot schuld heeft aan de echtscheiding, kunnen kennelijk onverenigbaar zijn met de Nederlandse openbare orde. Het antwoord op de vraag of een bepaling buiten toepassing moet blijven, hangt af van de omstandigheden van het concrete geval, en in het bijzonder van de mate van betrokkenheid van Nederland bij het geval.

(meer…)

HR 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1720

Rechthebbenden op het saldo van de notariële kwaliteitsrekening zijn diegenen ten behoeve van wie geldbedragen op die kwaliteitsrekening zijn gestort, onder de voorwaarden die gelden in hun onderlinge verhoudingen. Dat kunnen – naast cliënten van de notaris – ook derden zijn, waaronder het Kadaster.

(meer…)

HR 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677

Deze prejudiciële beslissing gaat over de vragen of de rechter bij een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte ambtshalve moet onderzoeken of is voldaan aan de wettelijke informatieplichten van de handelaar tegenover de consument, en of de rechter ambtshalve een sanctie moet verbinden aan het niet-voldaan zijn aan een of meer van die plichten, en zo ja, welke.

(meer…)

HR 24 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1353

Van de wettelijke regeling voor het beëindigen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling mag niet worden afgeweken als het boedelactief een beperkte omvang heeft. Ook dan moet een verificatievergadering plaatsvinden en een slotuitdelingslijst worden opgemaakt. (meer…)

Conclusie P-G van 30 september 2021, ECLI:NL:PHR:2021:902

Hebben huurders van bedrijfsruimten recht op een tijdelijke vermindering van de huurprijs als sprake is van omzetverlies als gevolg van de corona-maatregelen? Deze vraag wordt in deze conclusie beantwoord op basis van de gebrekenregeling en de regeling van onvoorziene omstandigheden.  (meer…)

HR 17 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1272

Art. 128 Fw behoort niet tot de voorschriften die op grond van art. 4:218 lid 5 BW bij de vereffening van een nalatenschap van overeenkomstige toepassing zijn. (meer…)

Cassatieblog.nl