Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:437

Bij (gestelde) verschillen tussen de wettelijke klachtplicht en een contractuele meldingsplicht, moet door de rechter kenbaar worden beslist op zowel het beroep op de wettelijke klachtplicht als het beroep op de contractuele mededelingsplicht.  (meer…)

HR 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:202

Een zorgaanbieder van wie op grond van art. 843a Rv inzage, afschrift of uittreksel wordt gevorderd ter zake van gegevens of bescheiden in het interne incidentenregister als bedoeld in art. 7 en 9 Wkkgz, is – ook als het gaat om gegevens of bescheiden met betrekking tot een calamiteit – wegens gewichtige redenen, gelegen in art. 9 lid 6 Wkkgz, op grond van art. 843a lid 4 Rv niet gehouden aan deze vordering te voldoen. (meer…)

HR 17 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:409

De Hoge Raad spreekt zich voor de tweede maal uit over tegenstrijdig belang bij twee aandelentransacties die in 2005 hebben plaatsgevonden. Het hof had kenbaar moeten motiveren waarom de (wel) vaststaande feiten, met inbegrip van de adviezen van de deskundigen, onvoldoende zijn om aan te nemen dat sprake was van een tegenstrijdig belang. Het hof is ook buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden door zich uit te spreken over verwijten die na het eerdere cassatieberoep niet meer ter beoordeling voorlagen. (meer…)

HR 24 februari 2023 ECLI:NL:HR:2023:298 

De Hoge Raad laat het oordeel van het hof in stand dat zeevarenden bij Greenpeace in beginsel vallen onder het verplichtstellingsbesluit Bedrijfspensioenfonds koopvaardij. Hij verwerpt het cassatieberoep van Greenpeace op grond van art. 81 RO. Dit oordeel sluit aan bij de conclusie van A-G Van Peursem. (meer…)

HR 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1933

Een partij die een beroep doet op het ontbreken van rechterlijke onpartijdigheid kan dit in cassatie voor het eerst onderbouwen met feiten en omstandigheden die haar pas na de bestreden rechterlijke beslissing bekend zijn geworden. (meer…)

HR 25 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1738

Ook een partij die na een tussenuitspraak een wrakingsverzoek heeft gedaan waarin is berust heeft de mogelijkheid om in hogere instantie aan te voeren dat de aangevochten rechtelijke beslissing niet in stand kan blijven, omdat wegens het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter geen sprake is van een eerlijke procedure. (meer…)

Cassatieblog.nl