Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 16 oktober 2020 ECLI:NL:HR:2020:1641

Wordt een fax niet in goede orde ontvangen op de griffie, dan dient te worden nagegaan of dit te wijten is aan een storing of defect van het faxapparaat van de griffie. Het gerecht draagt verantwoordelijkheid voor het faxapparaat. Een storing of defect van dat apparaat komt niet voor risico van degene die het desbetreffende stuk heeft ingediend. (meer…)

HR 2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1543 en ECLI:NL:HR:2020:1542

Wanneer in een onteigeningszaak sprake is van winbare bodembestanddelen, geldt niet als uitgangspunt dat de vergoeding daarvoor moet worden gesteld op de helft van het voordeel dat de onteigenaar door de aanwezigheid daarvan heeft. Dat uitgangspunt geldt alleen voor (juridisch) onwinbare bodembestanddelen. Of een aparte vergoeding voor winbare bodembestanddelen wordt begroot, hangt af van de waarderingsmethode. De verdeling tussen onteigende en onteigenaar van die eventuele aparte vergoeding hangt af van de omstandigheden van het geval. Overigens kan de rechtbank met inachtneming van de juiste maatstaf wel degelijk komen tot een verdeling bij helfte van het voordeel voor de onteigenaar. (meer…)

HR 9 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1591

Er bestaat geen aanleiding de in art. 80 lid 1 RO genoemde gronden van cassatie uit te breiden tot schending van het Unierecht. Het Unierecht vormt immers onderdeel van de Nederlandse rechtsorde en neemt voor de toepassing van art. 80 lid 1 RO geen uitzonderingspositie in. (meer…)

HR 2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1546

(i) Het instellen van verzet werkt in beginsel niet door in de verhouding tot de medegedaagden.
(ii) Door het verzet wordt de instantie heropend en voortgezet, maar uitsluitend tussen de oorspronkelijk eiser en de gedaagde die het verzet instelt.
(iii) Of en voor wie een rechtsmiddel openstaat en ten opzichte van welke partijen een rechtsmiddel en de daarop gedane uitspraak werking kunnen hebben, staat niet ter vrije bepaling van partijen. De daarvoor geldende regels zijn van openbare orde. (meer…)

HR 18 september 2020 ECLI:NL:HR:2020:1443

In deze Caribische zaak staat de vraag centraal of een dwingende bepaling van Frans verzekeringsrecht kan worden beschouwd als een bepaling van bijzonder dwingend recht als bedoeld in artikel 7 lid 1 van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: “EVO”), en daarmee het toepasselijk recht op de verzekeringsovereenkomst kan doorkruisen. (meer…)

HR 25 september 2020 ECLI:NL:HR:2020:1511

Deze zaak gaat (uitsluitend) over de vraag of de Hoge Raad bevoegd is om op grond van artikel 1066 (oud) Rv kennis te nemen van een verzoek van de Russische Federatie tot (voorlopige) schorsing van de tenuitvoerlegging van een aantal arbitrale beslissingen. Bij de Hoge Raad is een cassatieberoep aanhangig, waarin voorligt of deze arbitrale beslissingen moeten worden vernietigd op grond van artikel 1065 (oud) Rv. (meer…)

Cassatieblog.nl