Selecteer een pagina

Dossier: Vermogensrecht algemeen


HR 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1720

Rechthebbenden op het saldo van de notariële kwaliteitsrekening zijn diegenen ten behoeve van wie geldbedragen op die kwaliteitsrekening zijn gestort, onder de voorwaarden die gelden in hun onderlinge verhoudingen. Dat kunnen – naast cliënten van de notaris – ook derden zijn, waaronder het Kadaster.

(meer…)

HR 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677

Deze prejudiciële beslissing gaat over de vragen of de rechter bij een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte ambtshalve moet onderzoeken of is voldaan aan de wettelijke informatieplichten van de handelaar tegenover de consument, en of de rechter ambtshalve een sanctie moet verbinden aan het niet-voldaan zijn aan een of meer van die plichten, en zo ja, welke.

(meer…)

HR 28 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:783

Uitgangspunt is dat degene voor wie iets valselijk is verklaard zich tegen de geadresseerde erop kan beroepen dat de verklaring niet van hem afkomstig is. Onder omstandigheden kan het gerechtvaardigd vertrouwen van de geadresseerde echter geheel of ten dele worden toegerekend aan degene voor wie valselijk is verklaard. (meer…)

HR 27 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1887

Een notaris heeft een akte van huwelijkse voorwaarden gepasseerd, maar deze vervolgens niet ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. De Hoge Raad oordeelt dat het aanvangsmoment van de lange verjaringstermijn moet worden gesteld op het laatste moment waarop de notaris alsnog voor inschrijving van de akte had kunnen zorgdragen zonder tekort te schieten in de nakoming van de op hem rustende verbintenis.  (meer…)

HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1315

Een schuldeiser van een vof kan zijn vordering zowel geldend maken tegen de gezamenlijke vennoten (‘tegen de vof’) als tegen iedere vennoot afzonderlijk. De crediteur heeft daarmee jegens iedere vennoot twee samenlopende vorderingsrechten: één jegens de vof en één jegens de vennoot persoonlijk. Deze samenlopende vorderingsrechten verjaren afzonderlijk. Een aan de vof gerichte en door de vof ontvangen stuitingsverklaring, wordt geacht ook de individuele vennoten te hebben bereikt. In het algemeen zullen de individuele vennoten zo’n stuitingsverklaring óók moeten begrijpen als een stuiting van de samenlopende vorderingen jegens ieder van hen persoonlijk. Dat is alleen in bijzondere omstandigheden anders. (meer…)

HR 10 juli 2020 ECLI:NL:HR:2020:1274 en ECLI:NL:HR:2020:1276

De aard van een vorderingsrecht van een bank op een cliënt voortvloeiend uit een overeenkomst van geldlening zich niet ertegen verzet dat dit vorderingsrecht door een bank aan een niet-bank wordt overgedragen.  (meer…)

Cassatieblog.nl