Selecteer een pagina

Dossier: Verzekeringsrecht


HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:616

De benadeelde kan terugvallen op de bescherming die de directe actie hem biedt, ook als zijn eigen rechtsvordering op de aansprakelijkheidsverzekeraar is verjaard. Dat dient het belang van slachtofferbescherming en leidt voor de aansprakelijkheidsverzekeraar niet tot nadeel. (meer…)

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:588

(i) Kosten van onderhoud kunnen normaal niet op de voet van art. 7:957 lid 2 BW voor rekening van de verzekeraar worden gebracht. De kosten van een maatregel die vereist is om onmiddellijk gevaar af te wenden of om de schade te beperken kunnen echter wel als zodanige bereddingskosten worden aangemerkt, ook al zouden deze kosten in andere omstandigheden tot de kosten van het normale onderhoud behoren.
(ii) Als beredding bestaat in verwijdering van de schadeveroorzakende zaak kan het zo zijn dat ook kosten van vervanging als kosten van beredding moeten worden aangemerkt, omdat de enkele verwijdering weliswaar doelmatig zou zijn, maar het verlies van de functie van die zaak redelijkerwijs niet of niet volledig voor risico van de verzekerde of verzekeringnemer behoort te komen. (meer…)

HR 11 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:162

Bij werknemerspensioenen moeten worden onderscheiden de rechtsverhoudingen tussen (i) werkgever en werknemer (de pensioentoezegging), (ii) werkgever en pensioenverzekeraar of -fonds (ter uitvoering van de pensioentoezegging) en (iii) werknemer en pensioenverzekeraar of -fonds (om de aanspraak van de werknemer te bepalen). (meer…)

HR 11 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:166

De verzekeringnemer van een beleggingsverzekering kan aanspraak hebben op de rechtsbescherming van het burgerlijke recht – in aanvulling op de bescherming die voortvloeit uit het Europese recht – ook in een geval waarin de verzekeraar de informatieplichten van (het Europeesrechtelijke) art. 31 lid 3 DLR heeft nageleefd. (meer…)

HR 28 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:81

Bij de beoordeling of sprake is van ‘redelijke kosten’ die worden gemaakt voor het vaststellen van de omvang van de schade in de zin van art. 7:959 BW moet de dubbele redelijkheidstoets worden toegepast. Hiervan mag niet ten nadele van de consument worden afgeweken. Het vergoeden van kosten voor een contra-expert die door de verzekerde wordt ingeschakeld om de omvang van de schade vast te stellen, mag daarom niet afhankelijk worden gesteld van de vraag of die contra-expert aan bepaalde door de verzekeraar voorgeschreven (kwaliteits)eisen voldoet. Een beding in de algemene voorwaarden waarin dat wel gebeurt, is onredelijk bezwarend. (meer…)

HR 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1535

Bij het clusteren van geneesmiddelen en het op basis daarvan vaststellen van een vergoedingslimiet is de minister niet gebonden aan de indicatie waarvoor een geneesmiddel is geregistreerd. Geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof kunnen in hetzelfde cluster worden geplaatst, ook al zijn ze voor verschillende indicaties geregistreerd.

(meer…)

Cassatieblog.nl