Selecteer een pagina
Cassatievlog #087 | Het gehomologeerde akkoord en de rentevordering

Cassatievlog #087 | Het gehomologeerde akkoord en de rentevordering

HR 9 februari 2024 ECLI:Nl:HR:2024:210

Het gehomologeerde akkoord is voor bepaalde schuldeisers verbindend. Als hun vorderingen als gevolg van het akkoord onvoldaan blijven, zijn deze vorderingen niet afdwingbaar. In deze zaak gaat het over de vraag of ook rente die ná de faillietverklaring is verschenen, onder het gehomologeerde akkoord valt. Dat is van belang voor de afdwingbaarheid van deze rentevordering na beëindiging van het faillissement. In deze prejudiciële beslissing geeft de Hoge Raad antwoord op deze vraag.

Maartje Möhring bespreekt in dit vlog de uitspraak van de Hoge Raad in drie minuten.

Cassatievlog #087 is ook als podcast beschikbaar.

Cassatievlog #086 | Erkenning van kind na kunstmatige bevruchting

Cassatievlog #086 | Erkenning van kind na kunstmatige bevruchting

HR 2 februari 2024 ECLI:NL:HR:2024:148

Deze zaak gaat over erkenning van een kind door een vrouw die ten tijde van de zwangerschap en de geboorte een relatie had met de moeder. Daarvoor is – bij gebreke van toestemming van de moeder – onder meer vereist dat de vrouw als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad (art. 1:204 lid 4 BW). De Hoge Raad legt uit hoe dit vereiste moet worden uitgelegd in gevallen van kunstmatige bevruchting. Gijsbrecht Nieuwland bespreekt deze zaak.

Cassatievlog #086 is ook als podcast beschikbaar.

Toegewezen verklaring voor recht ten onrechte aangemerkt als verklaring van waardeloosheid

Toegewezen verklaring voor recht ten onrechte aangemerkt als verklaring van waardeloosheid

HR 22 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1800

De Hoge Raad oordeelt dat een door de rechtbank toegewezen verklaring dat een recht waarvan de vestiging is ingeschreven in de openbare registers nietig is, geen verklaring van waardeloosheid in de zin van artikel 3:29 lid 1 BW is. Alleen een verklaring waarbij de rechtbank een inschrijving met zoveel woorden waardeloos verklaart, is een verklaring als bedoeld in artikel 3:29 lid 1 BW. Dit betekent dat het oordeel van het hof dat appellanten niet-ontvankelijk zijn in hun hoger beroep omdat zij de uitspraak van de rechtbank niet hebben ingeschreven in het rechtsmiddelenregister, onjuist is. Lees meer…

Slagende motiveringsklacht over onbegrijpelijke uitleg buitenlands recht

Slagende motiveringsklacht over onbegrijpelijke uitleg buitenlands recht

Cassatieblog HR 24 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1630 (Ontbinding Montenegrijns huwelijk) 

Deze zaak gaat over de ontbinding van een in Berane (tegenwoordig Montenegro) gesloten huwelijk. Het hof had een Duitstalig boek gebruikt voor het antwoord op de vraag of en hoe huwelijkse voorwaarden rechtsgeldig gemaakt konden worden volgens het destijds in Berane geldende recht. Een motiveringsklacht over ’s hofs lezing van dat boek slaagt. Lees meer…

Stelplicht ten aanzien van mede-eigendom

Stelplicht ten aanzien van mede-eigendom

HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:24

De Hoge Raad oordeelt dat het hof te hoge eisen heeft gesteld aan de stelplicht van eiser, dan wel een onbegrijpelijke uitleg heeft gegeven aan de gedingstukken. Voorts herhaalt de Hoge Raad dat voor een succesvol beroep op rechtsverwerking sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan bij de wederpartij gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de rechthebbende zijn aanspraak niet meer geldend zal maken, of waardoor de positie van de wederpartij onredelijk verzwaard of benadeeld zou worden, indien het recht alsnog geldend wordt gemaakt.

Lees meer…

Handhaven van vernietigbaar octrooi leidt niet automatisch tot ongerechtvaardigde verrijking

Handhaven van vernietigbaar octrooi leidt niet automatisch tot ongerechtvaardigde verrijking

HR 23 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1513 (Menzis/AstraZeneca)

De omstandigheid dat een partij niet onrechtmatig heeft gehandeld, brengt niet zonder meer mee dat de verrijking als gevolg van dat handelen gerechtvaardigd is. Handhaving van een later vernietigd octrooi brengt echter nog niet zonder meer mee dat de daardoor opgetreden verrijking van de octrooihouder ongerechtvaardigd is. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl