Selecteer een pagina
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over de Detacheringsrichtlijn

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over de Detacheringsrichtlijn

HR 23 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2174

De Hoge Raad stelt vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) over de uitleg van het begrip “op het grondgebied van een lidstaat” als bedoeld in art. 1 lid 1 en 3 van de Detacheringsrichtlijn en de uitleg van het begrip “collectieve arbeidsovereenkomsten (…) die algemeen verbindend zijn verklaard” van diezelfde richtlijn.  Lees meer…

Onrechtmatige overheidsdaad: moment van beoordelen onrechtmatig handelen

Onrechtmatige overheidsdaad: moment van beoordelen onrechtmatig handelen

Hoge Raad 23 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2160 (X / Staat)

Het oordeel van het hof dat het de Raad voor de Rechtspraak ten tijde van de brief duidelijk had moeten zijn dat niet meer kon worden uitgegaan van de juistheid van de verklaringen van de rechter over het telefonische contact, en de kwalificatie door het hof van de beschuldiging in de brief als “vooralsnog onvoldoende gefundeerd” zijn niet onbegrijpelijk en geven geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting over de grenzen van de in dit verband aan de Staat toekomende vrijheid. Lees meer…

Persoonlijke aansprakelijkheid curator

Persoonlijke aansprakelijkheid curator

HR 9 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2067

De curator van een gefailleerde huurder staat toe dat een derde – in strijd met het verbod van onderverhuur in de huurovereenkomst en zonder instemming van de verhuurder – gebruik maakt van het gehuurde winkelpand. Dit vormt een ‘actieve’ schending door de curator van een voortdurende verplichting van de gefailleerde huurder tot nalaten zoals bedoeld in het arrest Credit Suisse/Jongepier q.q. (ECLI:NL:HR:2018:424 besproken in CB 2018-56). De curator had op dit punt geen beleidsvrijheid. Dit betekent dat de curator (in beginsel) persoonlijk aansprakelijk is.  Lees meer…

Prejudiciële vraag: is in kort gedingen over Gemeenschapsmodellen alleen de Haagse voorzieningenrechter bevoegd?

Prejudiciële vraag: is in kort gedingen over Gemeenschapsmodellen alleen de Haagse voorzieningenrechter bevoegd?

HR 2 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2027 (Spin Master/High5 Products)

Is in kort gedingen over Gemeenschapsmodellen alleen de Haagse voorzieningenrechter bevoegd? De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie EU of art. 90 Gemeenschapsmodellenverordening de lidstaten de vrijheid laat om voor kort gedingen over Gemeenschapsmodellen uitsluitend de rechtbank voor het Gemeenschapsmodel als bevoegd aan te wijzen.

Lees meer…

Wet Bopz: second opinion, tweemaal begrensd

Wet Bopz: second opinion, tweemaal begrensd

HR 16 november ECLI:NL:HR:2018:2102 en ECLI:NL:HR:2018:2104

Vanwege het ingrijpende karakter van een beslissing tot verlening van een rechterlijke machtiging, kan volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad een verzoek tot het verrichten van nader onderzoek slechts gemotiveerd worden afgewezen. De aan die motivering te stellen eisen hangen af van de omstandigheden van het geval. Lees meer…

Nabestaanden Mitch Henriquez kunnen niet langs civiele weg namen agenten krijgen

Nabestaanden Mitch Henriquez kunnen niet langs civiele weg namen agenten krijgen

HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1806

In dit arrest markeert de Hoge Raad de bevoegdheidsverdeling tussen de strafrechter en de civiele rechter: als een vordering of een verzoek uitsluitend strekt tot bescherming van de processuele belangen die een partij stelt te hebben bij de procesvoering bij de strafrechter, dan is die partij daarin niet-ontvankelijk bij de burgerlijke rechter. Lees meer…

Omvang van het geding na cassatie en verwijzing: samenloop vorderingen Luchtvaartwet

Omvang van het geding na cassatie en verwijzing: samenloop vorderingen Luchtvaartwet

HR 19 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1972 (Chipshol III/Luchthaven Schiphol)

Het gaat in deze zaak om inmiddels vervallen schadevergoedingsbepalingen op grond van de Luchtvaartwet. In deze procedure worden zowel de schadevergoeding op grond van art. 50 LVW (oud) wegens waardevermindering door het opleggen van een bouwverbod, als de afdracht van waardevermindering door het vervolgens opheffen van dat bouwverbod, beoordeeld. De Hoge Raad overweegt dat deze procedures op grond van de LVW grote gelijkenis vertonen met het onteigeningsrecht, en tussentijds cassatieberoep tegen een tussenvonnis dan ook niet kan worden opengesteld. In deze zaak ging het ten aanzien van de ene vordering (de waardevermindering) om een procedure na cassatie en verwijzing, waarvoor het algemene uitgangspunt geldt dat de rechter op niet of tevergeefs bestreden beslissingen in beginsel niet mag terugkomen. Ten aanzien van de andere vordering (de waardevermeerdering) ging het om een zaak waarin nog geen einduitspraak was gedaan. Omdat de leer van de bindende eindbeslissing in deze procedures op grond van de LVW niet geldt, betekent dat dat de rechter nog wel op zijn eerdere (tussen)beslissingen mag terugkomen. Omdat de waardevermindering en waardevermeerdering in samenhang moeten worden beoordeeld, brengt dat een uitzondering op de gebondenheid na cassatie aan niet of tevergeefs bestreden beslissingen mee: wanneer omstandigheden worden meegewogen voor het oordeel over de waardevermeerdering, moeten deze ook worden betrokken in het oordeel over waardevermindering.  Lees meer…

Wet Bopz: second opinion, tweemaal begrensd

Wet Bopz: nogmaals de positie van de arts verstandelijk gehandicapten

HR 2 november 2018  ECLI:NL:HR:2018:2044 en ECLI:NL:HR:2018:2046

De Hoge Raad heeft een tweetal uitspraken gedaan over de positie van de arts voor verstandelijk gehandicapten. Bij geconstateerde psychiatrische problematiek van een verstandelijk gehandicapte patiënt dient een psychiater het onderzoek over te nemen of bij het onderzoek betrokken te worden. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl