Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: afstemmingsregel


HR 24 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:806

(i) de afstemmingsregel brengt mee dat de voorzieningenrechter zijn oordeel moet afstemmen op meest recente uitspraak in de bodemprocedure, ongeacht of die uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
(ii) het oordeel dat een te executeren uitspraak berust op een klaarblijkelijke feitelijke of juridische misslag, brengt niet steeds mee dat de executant die deze uitspraak ten uitvoer legt, misbruik van bevoegdheid maakt. (meer…)

HR 3 april 2020 ECLI:NL:HR:2020:599

De afstemmingsregel is niet van toepassing als de gevraagde voorziening strekt tot opheffing van een conservatoire maatregel of tot een verbod tot het treffen van een dergelijke maatregel, en de uitspraak van de bodemrecht (over de vordering ter verzekering waarvan de conservatoire maatregel strekt) nog geen kracht van gewijsde heeft gekregen. In een zodanig geval moet een belangenafweging plaatsvinden waarbij in aanmerking moet worden genomen dat een conservatoir beslag naar zijn aard ertoe strekt om te waarborgen dat voor een vooralsnog niet vaststaande vordering verhaal mogelijk zal zijn ingeval de vordering in de hoofdzaak wordt toegewezen, terwijl de beslaglegger bij (definitieve) afwijzing van de vordering in de hoofdzaak voor de door het beslag ontstane schade aansprakelijk is. De omstandigheid dat de rechter in de hoofdzaak reeds uitspraak heeft gedaan, dient hierbij te worden betrokken. (meer…)

HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:692 (Sun/Novartis)

1. De regel dat de rechter in kort geding zijn uitspraak dient af te stemmen op die in de bodemprocedure, is in de cassatieprocedure niet van toepassing. Deze regel geldt uitsluitend voor de rechter die over de feiten oordeelt; 2. Ervan uitgaande dat indirecte inbreuk op een ‘Swiss-type claim’ rechtens mogelijk is, heeft het hof in dit kort geding terecht geoordeeld dat in deze zaak aan de vereisten van indirecte octrooi-inbreuk als bedoeld in art. 73 ROW 1995 is voldaan.

(meer…)

HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1128 (Staat der Nederlanden / verweerder)

1. De rechter die in kort geding moet beslissen op een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening nadat de bodemrechter reeds een uitspraak in de hoofdzaak heeft gedaan, dient zijn uitspraak in beginsel af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter, ook al is er een rechtsmiddel tegen die uitspraak ingesteld (afstemmingsregel) 2.Het vorenstaande geldt in beginsel ook indien de rechtmatigheid van een bestuursbesluit door de bestuursrechter is beoordeeld (formele rechtskracht). 3. De civiele (kort geding) rechter is bij de beoordeling van een geschilpunt dat niet de geldigheid van het besluit betreft echter niet gebonden aan de inhoudelijke overwegingen van de bestuursrechter. (meer…)

Cassatieblog.nl