Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: BW art. 6:23


HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:200 (Eiser/Gemeente Sittard-Geleen)

Voor het beletten van de vervulling van een voorwaarde in de zin van art. 6:23 lid 1 BW is vereist dat de niet-vervulling van de voorwaarde is veroorzaakt door toedoen van de partij die daarbij belang heeft. Indien de niet-vervulling haar oorzaak vindt in andere omstandigheden dan de gedragingen van die partij, is van beletten in de zin van art. 6:23 lid 1 BW geen sprake. (meer…)

HR 26 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1737 (Gemeente Hof van Twente/Landgoed Hof van Twente)

Bij het aannemen van contractuele gebondenheid van een gemeente zonder toestemming van de gemeenteraad in gevallen waar de gemeenteraad een formele positie in het besluitvormingsproces inneemt, moet terughoudendheid worden betracht. Dat geldt ook in gevallen waarin die formele positie wordt ontleend aan een contractueel voorbehoud van instemming. De zelfstandige beslissingsvrijheid van de gemeenteraad brengt mee dat een wederpartij niet erop mag vertrouwen dat handelingen van het college van B&W de instemming van de gemeenteraad hebben indien dat vertrouwen niet mede wordt ontleend aan toedoen van de gemeenteraad zelf. (meer…)

HR 1 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1748 (Gemeente Almere/X c.s.)

Art. 160 lid 1 sub e Gemeentewet kent het college van B&W de bevoegdheid toe tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Deze bevoegdheid sluit niet uit dat met instemming van B&W onderhandelingen over een voorgenomen privaatrechtelijke rechtshandeling namens de gemeente door ambtenaren kunnen worden gevoerd en dat als resultaat van die onderhandelingen een rechtshandeling tot stand komt onder de voorwaarde van goedkeuring door het college van B&W. In een dergelijk geval kan een zodanige voorwaarde (door partijen of de rechter) worden aangemerkt als opschortende voorwaarde in de zin van art. 6:21 BW, zodat in voorkomend geval ook art. 6:23 lid 1 BW toepassing kan vinden. (meer…)

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT6408 (TomTom c.s./X)

Nadat partijen in deze zaak op hoofdlijnen overeenstemming hadden bereikt over de indiensttreding van X als CFO bij TomTom, hebben zij verder onderhandeld over de arbeidsvoorwaarden, met name over de toekenning van een optiepakket aan X. De Hoge Raad laat het oordeel van het hof in stand dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst is gesloten die vervolgens eenzijdig door TomTom is beëindigd. Ook blijft het oordeel van het hof overeind dat de opschortende voorwaarde van ondertekening van de arbeidsovereenkomst, die gold voor de toepasselijkheid van een overeengekomen ontslagregeling, gelet op art. 6:23 BW als vervuld heeft te gelden.  (meer…)

HR 10 juni 2011, LJN ECLI:NL:HR:2011:BP6163

Wanneer de vervulling van een ontbindende voorwaarde is teweeg gebracht door een partij die daarbij belang heeft, kunnen de redelijkheid en billijkheid meebrengen dat de voorwaarde moet worden beschouwd niet vervuld te zijn. De beoordeling geschiedt aan de hand van alle relevante omstandigheden van het geval. In het onderhavige geval (een overeenkomst in het kader van een onderhandse executie) zijn ook andere belangen dan die van de contractspartijen van belang. (meer…)

Cassatieblog.nl