Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: BW art. 6:288


HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1136

De partij die zich ter vernietiging van een overeenkomst op wederzijdse dwaling (art. 6:228 lid 1 sub c BW) beroept, dient te stellen en eventueel bewijzen dat is voldaan aan de vereisten dat de overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling, dat deze bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, en dat de wederpartij van dezelfde onjuiste veronderstelling is uitgegaan als de dwalende. Het is aan diens wederpartij om te stellen en eventueel bewijzen dat zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor de overeenkomst niet zou sluiten. (meer…)

Cassatieblog.nl