Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: EEX-Vo art. 1


HR 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2269 (Rosbeek q.q. / BNP Paribas Fortis)

De Hoge Raad stelt vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) over de toepasselijkheid van de uitzondering van de art. 1 lid 2 aanhef en onder b van EEX-Verordening op de vordering tot schadevergoeding die de curator (handelend op grond van de hem in art. 68 lid 1 Fw gegeven opdracht) namens de gezamenlijke schuldeisers instelt tegen een derde die jegens de schuldeisers onrechtmatig heeft gehandeld (Peeters/Gatzen-vordering). (meer…)

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2816

(1) Het begrip ‘burgerlijke of handelszaken’ van art. 1 EEX-Vo omvat mede een civielrechtelijke veroordeling in een strafrechtelijk vonnis van een gerecht van een lidstaat. (2) De rechtsmiddelprocedure van art. 43 EEX-Vo kan door een enkelvoudige kamer van de rechtbank worden behandeld. (3) Op de rechtsmiddelprocedure zijn de algemene regels voor verzoekschriftprocedures van toepassing, voor zover uit de EEX-Vo of de wet niet anders voortvloeit. Daarom is procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht en kan een proceskostenveroordeling worden uitgesproken. (4) De in art. 281 Rv voorziene herstelmogelijkheid is van overeenkomstige toepassing op het verzuim dat het verweerschrift ten onrechte niet door een advocaat is ondertekend en ingediend. (meer…)

HR 14 december 2012, LJN BX7456 (Realchemie/Bayer)

De kosten verbonden aan een in een EU-lidstaat ingeleide exequaturprocedure waarin wordt verzocht om erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die in een andere lidstaat is gegeven in het kader van een procedure tot handhaving van een intellectuele-eigendomsrecht, vallen onder art. 14 Handhavingsrichtlijn, en dus onder art. 1019h Rv. (meer…)

HR 2 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU6545 (Roucar Gear Technologies/Mr. Guillouet q.q. c.s.)

Een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor dat niet gericht is op het inschatten van de proceskansen, maar op bewijsgaring, valt binnen het materiële toepassingsbereik als het onderliggende geschil een burgerlijke of handelszaak in de zin van art. 1 EEX-Verordening betreft. Een forumkeuze (art. 23 EEX-Vo) moet duidelijk en nauwkeurig zijn. Daarop strandt de klacht dat het hof zich niet slechts had moeten laten leiden door de tekstuele uitleg van de overeenkomst, maar tevens door de bedoeling van partijen. (meer…)

Cassatieblog.nl