Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: faillissement


HR 9 februari 2024 ECLI:Nl:HR:2024:210

Het gehomologeerde akkoord is voor bepaalde schuldeisers verbindend. Als hun vorderingen als gevolg van het akkoord onvoldaan blijven, zijn deze vorderingen niet afdwingbaar. In deze zaak gaat het over de vraag of ook rente die ná de faillietverklaring is verschenen, onder het gehomologeerde akkoord valt. Dat is van belang voor de afdwingbaarheid van deze rentevordering na beëindiging van het faillissement. In deze prejudiciële beslissing geeft de Hoge Raad antwoord op deze vraag.

Maartje Möhring bespreekt in dit vlog de uitspraak van de Hoge Raad in drie minuten.

Cassatievlog #087 is ook als podcast beschikbaar.

HR 6 oktober 2023, ECLI:NL:HR:2023:1372

Vervolg van de procedure na beantwoording van prejudiciële vragen door het Hof van Justitie van de EU over art. 5 lid 1 van de Richtlijn overgang van onderneming. Uit deze bepaling volgt dat de door de richtlijn geboden bescherming aan werknemers bij een overgang niet geldt ingeval sprake is van een faillissementsprocedure die ziet op liquidatie van het vermogen en die onder toezicht van een overheidsinstantie staat. De Hoge Raad oordeelt dat in de onderhavige zaak niet is voldaan aan de door het Hof van Justitie gestelde eis voor toepassing van art. 5 lid 1 dat de gevolgde pre-packprocedure in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen wordt geregeld.  (meer…)

HR 25 augustus 2023, ECLI:NL:HR:2023:1135

(i) van niet te goeder trouw handelen in de zin van art. 54 lid 1 Fw en 235 lid 1 Fw is ook sprake als degene die een schuld aan, of van een vordering op, de later gefailleerde/de boedel overneemt behoort te weten dat de schuldenaar in een zodanige toestand verkeert dat diens faillissement dan wel surseance van betaling is te verwachten;
(ii) voor toepassing van de in het arrest Mulder q.q./Crédit Lyonnais aanvaarde verruimende uitzondering op de beperkte verrekeningsbevoegdheid van banken is, als de betaling plaatsvindt op de bankrekening van een andere schuldenaar van de bank dan de pandgever, vereist is dat het pandrecht (mede) strekte tot zekerheid voor de betaling van de schuld van die andere schuldenaar.  (meer…)

HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:635

Art. 2:248 lid 4 BW bevat een limitatieve opsomming van de gronden voor vermindering van het bedrag waarvoor de bestuurders aansprakelijk zijn. Matiging is niet slechts mogelijk als het boedeltekort groter is dan de schade die door het onbehoorlijk bestuur is veroorzaakt, ook niet als hoofdregel. Als bestuurders geen persoonlijk voordeel hebben genoten door hun onbehoorlijke taakvervulling, kan dat in aanmerking worden genomen bij de beoordeling of de aard en ernst van de onbehoorlijke taakvervulling aanleiding tot matiging geeft. Omgekeerd ligt het voor de hand dat de rechter minder reden voor matiging ziet als de bestuurder van zijn onverantwoordelijk gedrag heeft geprofiteerd. (meer…)

Hoge Raad 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:635 (curator/erfgenamen)

In dit vlog bespreekt Matthijs Bakker een recente uitspraak van de Hoge Raad over de gronden voor matiging van aansprakelijkheid van bestuurders voor het boedeltekort in faillissement.

 

Cassatievlog #055 is ook als podcast beschikbaar.

Cassatieblog.nl