Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: kei


HR 20 april 2018 ECLI:NL:HR:2018:649

In navolging op zijn arrest van 10 maart 2017 heeft de Hoge Raad eiser in deze procedure in de gelegenheid gesteld om alsnog alle bij de processueel ondeelbare rechtsverhouding betrokken partijen in het geding in cassatie op te roepen. Eiser had dit nagelaten en dient op de voet van art. 30g Rv aan de ten onrechte niet opgeroepen partijen de procesinleiding en het oproepingsbericht per afzonderlijke exploot te betekenen (meer…)

HR 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2628 en HR 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2629

(1) Als door eiser een aanvullende procesinleiding wordt ingediend tot herstel van gebreken in de oorspronkelijke procesinleiding en deze aan verweerder wordt betekend nadat de oorspronkelijk aangezegde uiterste verschijndatum is verstreken, moet bij de betekening van de herstelde procesinleiding een nieuwe uiterste verschijndatum aan verweerder worden aangezegd. (2) Niet-naleving van de termijn van twee weken om het oproepingsbericht aan verweerder te betekenen (art. 112 lid 1 nieuw Rv) leidt niet tot nietigheid. De rechter kan verstek verlenen als vanaf het moment van betekening van het oproepingsbericht nog ten minste twee weken resteren voor de verweerder om te beslissen of hij in de procedure wil verschijnen. Is dat niet het geval, dan moet de rechter eiser opdragen om een nieuwe uiterste verschijndatum aan verweerder aan te zeggen die de verweerder alsnog een termijn van twee weken geeft om te beslissen of hij wil verschijnen. (meer…)

HR 7 juli 2017 (HRC N.V./Verweerster), ECLI:NL:HR:2017:1278

De rechtspraak van de Hoge Raad over de kantoorbetekening op de voet van art. 63 Rv (HR 13 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:310) behoudt haar betekenis na inwerkingtreding van KEI. Het oproepingsbericht kan daarom worden betekend aan het kantoor van de advocaat waar de verweerder in vorige instantie woonplaats heeft gekozen, in gevallen waarin de verweerder een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf heeft in een lidstaat waar de Betekeningsverordening II van toepassing is (art. 115 lid 1 nieuw Rv) dan wel in een staat die partij is bij het Haags Betekeningsverdrag (art. 115 lid 2 nieuw Rv). (meer…)

Cassatieblog.nl