Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: medezeggenschap


HR 3 november 2023 ECLI:NL:HR:2023:1514

Albert Heijn Online maakt gebruik van uitzendkrachten voor het overpakken van bestelde artikelen van pallets naar kratten. Daartoe sluit zij om de twee jaar raamovereenkomsten met verschillende uitzendorganisaties – zo ook in 2022. Volgens AH hoeft haar daartoe strekkende besluit niet ter advisering aan de OR te worden voorgelegd. De OR vindt van wel en start een procedure tegen AH Online. Hoe dat afloopt, hoor je in deze uitspraak die door Berend–Bram Heinen wordt besproken.

 

Cassatievlog #075 is ook als podcast beschikbaar.

HR 22 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:397

Als een overheidsondernemer aan zijn ondernemingsraad bovenwettelijk adviesrecht toekent over besluiten die het ‘primaat van de politiek’ als bedoeld in art. 46d WOR betreffen, dan geeft dat de ondernemingsraad geen beroepsrecht ten aanzien van die besluiten. (meer…)

HR 30 juni 2017 ECLI:NL:HR:2017:1206

Door Lunet Zorg vooraf ervan in kennis te stellen dat zij kosten zouden maken voor het voeren van verweer in deze cassatieprocedure en door van die kosten een eerste schatting te geven, hebben De Biezenrijt c.s. voldaan aan de op hen rustende verplichting van art. 2 lid 5 Wmcz. Niet kan voorts worden gezegd dat de in cassatie gemaakte kosten onredelijk zijn. (meer…)

HR 16 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2890

Art. 1 lid 1, aanhef en sub b, Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) biedt geen ruimte om binnen een “instelling” als bedoeld onder 1° (instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen), tot op zekere hoogte zelfstandig functionerende organisatorische verbanden (eveneens) aan te merken als afzonderlijke “instellingen” op de grond dat zij voldoen aan de omschrijving van hetzelfde artikel onder 2° (kort: in de maatschappij optredende zelfstandige eenheid). (meer…)

HR 8 november 2012, ECLI:NL:HR:2013:1139 (Gemeente Amsterdam/Ondernemingsraad van de Gemeente Amsterdam)

Een besluit dat rechtstreeks betrekking heeft op het inrichten en vaststellen van de begroting en op de daarmee samenhangende terbeschikkingstelling van krediet is onmiskenbaar van dien aard dat het een politieke afweging vergt van de daaraan verbonden voor- en nadelen. Reeds daarom is sprake van een besluit als bedoeld in art. 46d, aanhef en onder b, WOR, dat van medezeggenschap ingevolge de WOR is uitgesloten. (meer…)

Cassatieblog.nl