Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: nemo tenetur-beginsel


HR 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1117, ECLI:NL:HR:2015:1129, ECLI:NL:HR:2015:1130, ECLI:NL:HR:2015:1137 en ECLI:NL:HR:2015:1141

De belastingplichtige kan in kort geding onder last van een dwangsom worden veroordeeld al het materiaal te verschaffen dat van belang kan zijn voor een juiste belastingheffing, ongeacht of het gaat om wilsonafhankelijk of wilsafhankelijk materiaal. Wilsafhankelijk materiaal mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de belastingheffing en dus niet voor beboeting of bestraffing (vgl. HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3640). De kwalificatie van materiaal als ‘wilsonafhankelijk’ dan wel ‘wilsafhankelijk’ is verbonden aan de aard van het materiaal (of het in fysieke zin ‘bestaat’ onafhankelijk van de wil van de betrokkene) en hangt niet af van het antwoord op de vraag of de gevorderde bescheiden zonder medewerking van de betrokkene kunnen worden verkregen. (meer…)

HR 24 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:161 (Verzoeker/Mr. Ruding q.q.)

Het uitoefenen van dwang door een faillissementsgijzeling die erop is gericht de gefailleerde ertoe te bewegen te voldoen aan zijn inlichtingenplicht in de zin van art. 105 Fw levert geen strijd met art. 6 EVRM op. Dergelijke inlichtingen dienen echter als wilsafhankelijk bewijsmateriaal te worden aangemerkt. Indien niet kan worden uitgesloten dat zij tevens in verband met een “criminal charge” tegen de gegijzelde zullen worden gebruikt, zullen de nationale autoriteiten dienen te waarborgen dat deze zijn recht om niet mee te werken aan zelfincriminatie effectief kan uitoefenen. (meer…)

HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3640

In gevallen waarin van een belastingplichtige op grond van art. 47 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) informatie wordt verlangd met het oog op een juiste belastingheffing en deze belastingplichtige een beroep doet op het nemo-teneturbeginsel, kan de belastingplichtige onder last van een dwangsom worden veroordeeld al het materiaal te verschaffen dat van belang kan zijn voor een juiste belastingheffing. Alleen wanneer het gaat om wilsafhankelijk materiaal mag dat bevel niet ongeclausuleerd worden gegeven en moet daarbij de restrictie worden opgenomen dat het wilsafhankelijk materiaal uitsluitend mag worden gebruikt ten behoeve van de belastingheffing. Wordt dit materiaal toch gebruikt voor fiscale beboeting of strafvervolging van de belastingplichtige, dan is het aan de fiscale rechter of de strafrechter om daaraan gevolgen te verbinden. (meer…)

Cassatieblog.nl