Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: onteigeningsschadeloossteling


HR 21 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1694 (BBL/verweerder)

Bij de schadeloosstelling voor onteigening hoort, als onderdeel van de werkelijke waarde van de onteigende zaak, ook een vergoeding voor een meerwaarde van de grond die samenhangt met de aanwezigheid van bruikbare bodembestanddelen. Bij de vaststelling van die meerwaarde mag op grond van het eliminatiebeginsel (de regel dat bij de vaststelling van de werkelijke waarde van het onteigende geen rekening wordt gehouden met voor- of nadelen die worden veroorzaakt door het werk waarvoor wordt onteigend), geen rekening worden gehouden met de omstandigheid dat werkzaamheden voor het winnen van die bodembestanddelen toch al met het oog op de uitvoering van het werk moeten plaatsvinden. Wanneer, zoals in dit geval, een gasleiding moet worden verlegd om de bodembestanddelen te winnen, moeten de kosten van die verlegging worden meegenomen bij het bepalen van een eventuele meerwaarde door de aanwezigheid van die bodembestanddelen. Dat de verlegging van de gasleiding voor de uitvoering van het werk waarvoor wordt onteigend toch al noodzakelijk was, doet daar niet aan af. (meer…)

HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1069 (Vado Properties Maastricht/Gemeente Maastricht)

De onteigeningsrechter heeft de taak om de schadeloosstelling voor onteigening zelfstandig vast te stellen, wat meebrengt dat de onteigeningsrechter zelf nader onderzoek moet doen als de gedingstukken daar aanknopingspunten voor bevatten. In een geval dat zulke aanknopingspunten bestaan mag hij een aanbod om stukken over te leggen niet als tardief buiten beschouwing laten. (meer…)

HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2741 (Gemeente Beuningen/X)

(1) Van een schending van hoor en wederhoor omdat deskundigen onaangekondigd een derde raadplegen, is slechts sprake wanneer het deskundigenbericht als geheel daardoor onvoldoende inzichtelijk en controleerbaar is.(2) De onteigende komt in beginsel een vergoeding toe vanwege de aanwezigheid van bruikbare bodembestanddelen; bij het bepalen van de omvang van die vergoeding is de rechtbank, wanneer ook de onteigende deze kon uitwinnen, vrij in zijn keuze voor een waarderingsmethode of een combinatie daarvan. (meer…)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:843; ECLI:NL:HR:2013:846 en ECLI:NL:HR:2013:849 (Staat/Onteigenden)

Bij toepassing van de residuele methode ter bepaling van de schadeloosstelling voor gewonnen bodembestanddelen in het kader van een onteigening kan worden aangesloten bij exploitatiebegroting van andere, met het werk vergelijkbare projecten indien een exploitatiebegroting voor het werk waarvoor wordt onteigend ontbreekt. (meer…)

Cassatieblog.nl