Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: ontvankelijkheid cassatieberoep


HR 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1673, ECLI:NL:HR:2021:1676; ECLI:NL:HR:2021:1670

Op 12 november 2021 wees de Hoge Raad drie arresten over de ontvankelijkheid van het cassatieberoep als sprake is van een rechtsmiddelenverbod. De vraag is dan of er een beroep is gedaan op een doorbrekingsgrond. Als dat het niet het geval is, is het cassatieberoep niet-ontvankelijk. Wordt wel een beroep gedaan op een doorbrekingsgrond, dan is het cassatieberoep ontvankelijk en beoordeelt de Hoge Raad het beroep op de doorbrekingsgrond inhoudelijk. In dat geval kan nog wel de vraag opkomen binnen welke termijn een dergelijk cassatieberoep moet worden ingesteld, nu de wet uitgaat van een rechtsmiddelenverbod en dus geen regeling over de beroepstermijnen bevat. Daarbij moet worden aangesloten bij de wel in de wet geregelde gevallen.

(meer…)

HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1311

De vereffenaar van een nalatenschap heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking op de voet van art. 1:374 lid 2 BW in verbinding met art. 4:161 leden 1 en 4 BW. Tegen deze beschikking stond geen beroep in cassatie open, maar hoger beroep, zodat de Hoge Raad het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaart. (meer…)

HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2369

Een cassatieberoep waarin alleen wordt geklaagd over niet beslissen over een deel van het gevorderde, is op grond van art. 399 Rv niet-ontvankelijk. Zijn in cassatie ook andere klachten aan de orde gesteld, dan bestaat voor niet-ontvankelijkheid op die grond geen aanleiding. (meer…)

HR 6 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:538 (Conservatrix Groep / DNB c.s.)

(1) Uit art. 398, aanhef en onder 1e, Rv volgt dat cassatieberoep openstaat tegen de beschikking van de rechtbank waarbij het overdrachtsplan is goedgekeurd en de overdrachtsregeling is uitgesproken; (2) Cassatieberoep tegen een beschikking waarin de overdrachtsregeling is uitgesproken moet binnen veertien dagen na de dag van de uitspraak worden ingesteld. (meer…)

HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:221
(Promneftstroy c.s. / verweerders)

Bij de beantwoording van de vraag tegen welke uitspraak een rechtsmiddel wordt ingesteld, komt het aan op hetgeen een verweerder dienaangaande redelijkerwijs heeft moeten begrijpen. In het onderhavige geval kan redelijkerwijs geen onzekerheid hebben bestaan over de omvang van het cassatieberoep. (meer…)

Cassatieblog.nl