Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: procesreglement


HR 3 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1224

Het Procesreglement van de Hoge Raad bevat geen fatale termijn voor het instellen van incidenteel cassatieberoep. Het niet in acht nemen van de in het Procesreglement genoemde termijn vormt wel een belangrijke aanwijzing dat het instellen van incidenteel cassatieberoep in strijd is met de eisen van de goede procesorde. Op grond van de omstandigheden kan echter anders worden geoordeeld. (meer…)

HR 2 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:920

Ambtshalve peremptoir gesteld na zeven aanhoudingen voor grieven onttrekt de advocaat van appellant zich. Het hof verleent direct akte niet-dienen. Daarmee heeft het hof het art. 6.2 en 6.3 van het pilotreglement geschonden: het hof had uitstel moeten verlenen wegens de onttrekking. (meer…)

HR 8 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:606

Bij overschrijding van de eenmalige termijn op grond van het Pilotreglement van het hof Amsterdam moet de door de goede procesorde vereiste belangenafweging leiden tot het verlenen van een termijn van veertien dagen om het verzuim te herstellen. De rolraadsheer moet deze afweging ambtshalve maken, op het moment dat hij constateert dat niet op de eerste daartoe bepaalde datum van grieven is gediend, ook als appellant niet heeft verzocht om alsnog van grieven te mogen dienen.  (meer…)

HR 25 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:339

(1) In een geval waarin geen uiterste dag van betaling is overeengekomen en geen sprake is van ontvangst van een factuur, maar wel van een gelijkwaardig verzoek tot betaling, moet de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente steeds worden bepaald aan de hand van art. 6:119a lid 2 BW. (2) De Hoge Raad besteedt aandacht aan de cassatietechnische implicaties van een appelprocedure die gevoerd is volgens het Second Opinion-regelement van het Gerechtshof Den Haag. (meer…)

Oranje stoplichtHR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1075 (Curatoren Midreth/Black Box)

De sanctie op het niet in acht nemen van termijnen uit het onderhavige pilotreglement dient, zeker nu de toegang tot de (appel)rechter in het geding is, in redelijke verhouding te staan tot het verzuim. Nu op grond van het toepasselijke pilotreglement één termijn voor het indienen van memories geldt, die niet wordt verlengd, terwijl bij overschrijding van die termijn, zonder peremptoirstelling of voorafgaande waarschuwing, ambtshalve akte niet-dienen wordt verleend, dient een belangenafweging plaats te vinden, die in een geval als het onderhavige zonder meer dient te leiden tot het verlenen van een (korte) termijn van veertien dagen om het verzuim te herstellen. (meer…)

Cassatieblog.nl