Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: schriftelijkheidsvereiste


HR 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:364

Het schriftelijkheidsvereiste van art. 7:653 lid 1 BW is ook van toepassing op het relatiebeding. Daarom geldt voor relatiebedingen ook de regel van het arrest HR 28 maart 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0384 ([P/O]), dat aan het schriftelijkheidsvereiste ook kan zijn voldaan indien het concurrentiebeding is opgenomen in arbeidsvoorwaarden die zijn vastgelegd in een ander document dan het document dat de werknemer heeft ondertekend. De eisen van dit arrest dienen strikt te worden uitgelegd. (meer…)

HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1192 (Flextronics Logistics B.V./X)

Art. 7:672 lid 6 BW vereist dat zowel de voor de werknemer geldende opzegtermijn (van maximaal zes maanden), als de voor de werkgever geldende opzegtermijn (die niet korter mag zijn dan het dubbele van die voor de werknemer) schriftelijk wordt overeengekomen. Indien hieraan niet is voldaan, kan de werknemer het andersluidende opzegbeding ingevolge art. 3:40 lid 2 BW vernietigen, met als gevolg dat hij slechts de wettelijke opzegtermijn van één maand van art. 7:672 lid 3 BW in acht behoeft te nemen. (meer…)

HR 4 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6687 (Stichting Vivare/X)

Het Uniform Aanbestedingsreglement (UAR) 2001 is recht in de zin van art. 79 RO en de toepassing daarvan kan dus in cassatie volledig op juistheid worden getoetst. Anders dan het hof heeft geoordeeld, vereist art. 25 lid 2 UAR 2001 dat de opdracht door de aanbesteder schriftelijk wordt verstrekt en dat zij ook schriftelijk wordt bevestigd. (meer…)

Cassatieblog.nl