Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: verzwijging


HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1050 

De vervaltermijn van twee maanden van art. 7:929 lid 1 BW gaat pas lopen als de verzekeraar voldoende zekerheid heeft verkregen dat de verzekeringnemer diens mededelingsplicht niet is nagekomen. Wanneer de verzekeraar voldoende zekerheid heeft over een schending, of hij onderzoek moet doen naar een mogelijke schending, hangt af van de omstandigheden van het geval. (meer…)

HR 22 december 2017 ECLI:NL:HR:2017:3262

Rekening en verantwoording door bewindvoerder meerderjarigenbewind dient na overlijden onderbewindgestelde te worden afgelegd aan diens erfgenamen, ten overstaan van de kantonrechter. Toepasselijkheid art. 236 Rv. Sanctie art. 3:194 lid 2 BW vereist geen benadelingsoogmerk. (meer…)

HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:565

Voor toepassing van artikel 3:194 lid 2 BW is niet voldoende dat de deelgenoot die een tot de gemeenschap behorend goed verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt (niet wist maar) behoorde te weten dat dit goed tot de gemeenschap behoort. De sanctie vervalt niet nadat de desbetreffende deelgenoot tot inkeer is gekomen, omstandigheden die een beroep op beperkende werking van redelijkheid en billijkheid rechtvaardigen daargelaten. (meer…)

HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:336 (X / Aegon c.s.)

De zorg die van een redelijk bekwame en redelijk handelende assurantietussenpersoon mag worden verwacht, brengt mee dat hij aan de verzekeraar voldoende inlichtingen geeft om deze ervan te weerhouden naderhand een beroep te doen op art. 251 (oud) WvK of art. 7:928 BW. Dit brengt ook mee dat deze, indien hij bekend is met een opzegging door een verzekeraar van een eerdere verzekeringsovereenkomst, zijn cliënt nader over de achtergrond van die opzegging dient te bevragen.  (meer…)

HR 4 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3475

Wanneer de verrekening bij uitspraak van de rechter is vastgesteld en één van de echtgenoten daarna ontdekt dat de ander een goed dat tot het te verrekenen vermogen behoort opzettelijk heeft verzwegen, zoek gemaakt of verborgen heeft gehouden, dan kan die echtgenoot zich ook in een eventuele appèlprocedure nog beroepen op de sanctie van art. 1:135 lid 3 BW en de daaruit voortvloeiende vordering in die appèlprocedure instellen.  (meer…)

Cassatieblog.nl