Selecteer een pagina

Alle berichten van: Irina Timp


HR 11 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3567

(1) De rechter mag de partneralimentatie niet op een eerdere datum doen ingaan dan de datum waarop de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand wordt ingeschreven; ook niet indien hiermee beoogd wordt misbruik van (proces)recht door de alimentatiegerechtigde te sanctioneren. (2) Het hof overschreed de grenzen van de rechtsstrijd door de alimentatieplicht vijf jaar na de inschrijvingsdatum op nihil te stellen, nu de man met zijn beroep op misbruik van procesrecht een verkorting van de termijn van vijf jaar beoogde.  (meer…)

HR 20 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3338 

Het oordeel dat een beroep op de hardheidsclausule (art. 288 lid 3 Fw) niet slechts kan worden toegewezen als sprake is van een persoonlijke ontwikkeling in de sfeer van “echte gedragsaspecten” en dat een dergelijke ontwikkeling in dit geval niet aan de orde is getuigt ofwel van een onjuiste rechtsopvatting van art. 288 lid 3 Fw, ofwel is ontoereikend gemotiveerd. De door verzoeker aangevoerde omstandigheden (staken van onderneming, werken in loondienst en inschakeling schuldhulpverlening) kunnen aanleiding zijn voor toepassing van de hardheidsclausule.  (meer…)

HR 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3195

Het hof heeft ten onrechte de vordering toegewezen op grond van ongerechtvaardigde verrijking, nu dit leerstuk niet aan de eis ten grondslag was gelegd, maar slechts was genoemd in het kader van de substantiëringsplicht van art. 111 lid 3 Rv. Het hof is daarmee buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden. (meer…)

Gebroken-hart-2HR 13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3303 

De uitleg van een overeenkomst dient, ook indien partijen op de tekst van de overeenkomst haaks op elkaar staande bedoelingen en verwachtingen baseren en geen van beide interpretaties aanstonds volstrekt onaannemelijk is, te geschieden conform de Haviltex-maatstaf. Ook in een dergelijk geval moet de rechter de uitleg van de bepaling baseren op alle door partijen aangevoerde omstandigheden en niet slechts op de tekst van de overeenkomst. (meer…)

HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3009 

Indien bewijs wordt aangeboden door het horen van getuigen die nog niet eerder zijn gehoord, kan niet de eis worden gesteld dat de partij toelicht in welk opzicht de verklaringen van deze getuigen afbreuk zouden kunnen doen aan eerder afgelegde verklaringen van andere getuigen. Dat de getuigen niet rechtstreeks bij de onderhandelingen over de overeenkomst zijn betrokken, leidt niet zonder meer tot de conclusie dat het bewijsaanbod niet ter zake dienend is. Dat wordt niet anders indien niet wordt aangeboden een eerder gehoorde getuige, waarvan wordt gesteld dat deze leugenachtig heeft verklaard, opnieuw te doen horen. (meer…)

Cassatieblog.nl