Selecteer een pagina

Alle berichten van: Irina Timp


HR 15 september 2017 ECLI:NL:HR:2372

Een franchisenemer heeft nagelaten om in verband met de door hem gevorderde gederfde winst zijn inkomsten over een bepaalde periode te onderbouwen. Het hof heeft over deze periode alsnog het door een deskundige genoemde gemiddelde ondernemersloon in de berekening betrokken om de door de franchisenemer als gevolg van de ontbinding geleden schade schattenderwijs vast te stellen. De Hoge Raad acht dit oordeel niet onbegrijpelijk. (meer…)

HR 8 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2277

Een erfdienstbaarheid van licht houdt in dat het dienende erf lichtinval moet toelaten op het heersende erf, in dit geval “voor de toetreding van licht in de oostgevel van de verkochte schuur”. Nu de vestigingsakte in het onderhavige geval geen beperkingen op het recht op lichtinval bevatte en onder art. 727 (oud) BW een erfdienstbaarheid van licht in beginsel aanspraak geeft op een onbelemmerde lichtinval, heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat de gevestigde erfdienstbaarheid de schutting met haar huidige hoogte toestaat. (meer…)

HR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1345 (J.M.V. Spoorwegveiligheid B.V./Zürich)

Indien een partij op grond van art. 6:170 lid 1 BW wordt aangesproken voor een fout van een ondergeschikte, dient de rechter – nu de werknemer in die procedure zelf geen partij is – de onrechtmatigheid van zijn handelen te beoordelen als ware de aansprakelijkheid van de werknemer zelf in het geding. Voor het aannemen van ondergeschiktheid is het bestaan van zeggenschap bij de aansprakelijk gehouden partij over de vraag of en op welke momenten de persoon die onrechtmatig heeft gehandeld werkzaamheden voor een bepaalde derde dient uit te voeren, in beginsel voldoende. (meer…)

HR 23 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1135

De regeling dat een belanghebbende die als werknemer is ontslagen, op grond van art. 4 lid 1 Regeling Wachtgeld Uitkering bij Privatisering (hierna: ‘WUP’) recht heeft op wachtgeld, is van overeenkomstige toepassing op het personeel van de Stichting Pensioenfonds ABP. In de WUP zijn bepaalde artikelen van de Ontslaguitkeringsregeling ABP (hierna: ‘OUR’) van toepassing verklaard. Uit de overweging van het hof in de hoofdprocedure dat de werknemer in kwestie (alleen) aanspraak had op wachtgeld op grond van de WUP – en niet op grond van de OUR – mocht het hof in de schadestaatprocedure niet afleiden dat de in de WUP van toepassing verklaarde artikelen uit de OUR toepassing misten. (meer…)

HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1108

(i) het verweer van de door de schuldeiser aangesproken borg dat de verbintenis van de hoofdschuldenaar niet meer bestaat doordat deze reeds heeft betaald en de schuld is tenietgegaan, is een bevrijdend verweer. De bewijslast van het tenietgaan van de hoofdschuld rust daarmee op de borg (150 Rv);  (ii) het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, nu de bank – vanwege het in omloop zijn van twee verschillende versies van de memorie van grieven – niet op een stelling die uitsluitend in de aan het hof overgelegde versie was opgenomen en waarop het hof zijn oordeel heeft gebaseerd, heeft kunnen reageren. (meer…)

Cassatieblog.nl