Selecteer een pagina

Alle berichten van: Marijse Neuteboom-Klink


HR 1 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1079

De bepaling van art. 2:248 lid 2 BW dat een onbelangrijk verzuim niet in aanmerking wordt genomen bij de beoordeling van bestuurdersaansprakelijkheid, heeft betrekking op de vraag of sprake is geweest van een onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur, en niet op het aandeel in die onbehoorlijke taakvervulling van de individuele bestuurder. De individuele bestuurder kan zich, ingevolge artikel 2:248 lid 3 BW, in het geval van art. 2:248 lid 2 BW disculperen door aan te tonen dat hem ter zake van de te late publicatie geen verwijt treft. (meer…)

HR 18 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:979 (Farmerhoeve B.V. c.s./Verweerders)

Verweerders betogen dat geen sprake is van kortingen die in strijd met de tussen partijen gesloten overeenkomst verleend zijn, en dat voor zover kortingen zijn verleend dit niet is gebeurd zonder toestemming van de andere contractspartij. Dit betoog is te kwalificeren als een zelfstandig of bevrijdend verweer, wat ingevolge art. 150 Rv meebrengt dat de bewijslast van deze stelling op verweerders rust. (meer…)

HR 11 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA0721 (Verzoekster/Mr. van Voorst q.q.)

(1) Het bepaalde in art. 362 lid 2 Fw staat er niet aan in de weg dat overeenkomstig art. 282a lid 3 jo. 427b Rv een door de curator ingediend verweerschrift niet bij de beslissing wordt betrokken indien het griffierecht niet tijdig is betaald.
(2) Onder de gegeven omstandigheden kon de rechtbank bij het bekrachtigen van de goedkeuring van de door de curator aangegane schikking niet volstaan met een voorlopige inschatting van de slagingskansen van de procedure. (meer…)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3757

De Litouwse rechter heeft in zijn voorlopige maatregel, waarin de rechter op verzoek van de vader de ‘temporary place of residence’ van zijn zoon aan hem toekent, niet ondubbelzinnig gemotiveerd dat hij zijn bevoegdheid tot het nemen van deze maatregel heeft gebaseerd op één van de gronden als genoemd in art. 8 tot en met 14 Brussel II-bis. Daarom komt deze beslissing niet voor erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland in aanmerking. (meer…)

HR 20 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA0727 (Gemeente Rotterdam/Eneco c.s.)

Nu bij de overdracht van het economisch eigendom van leidingen in de op die overdracht betrekking hebbende documenten en overeenkomsten niet wordt gesproken van de vestiging van een opstalrecht, en het vestigen van een opstalrecht in de onderhandelingen tussen partijen evenmin aan de orde is geweest, is onbegrijpelijk dat het hof heeft geoordeeld dat de vervreemder verbonden zou zijn tot het verlenen van medewerking aan de vestiging van een opstalrecht jegens de verkrijger, mede vanwege de verstrekkende gevolgen die het vestigen van een opstalrecht zou hebben. (meer…)

Cassatieblog.nl