Selecteer een pagina

Alle berichten van: Marlies Witting


HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2987

De Hoge Raad spreekt zich uit over het leerstuk van kansschade bij medische aansprakelijkheid. Ter beoordeling van het causaal verband tussen de normschending en de schade, dient een vergelijking te worden gemaakt tussen de feitelijke situatie na de normschending en de hypothetische situatie zonder de normschending. Bij de vaststelling van deze hypothetische situatie, dient niet te worden uitgegaan van de norm van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot, maar van hetgeen feitelijk zou hebben plaatsgevonden indien geen normschending zou hebben plaatsgevonden. (meer…)

HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2821 (Flexabram/Iprem)

Bij uitleg aan de hand van de Haviltex-maatstaf komt het niet aan op de vraag wat partijen zouden zijn overeengekomen als zij rekening hadden gehouden met een hypothetische situatie (in casu doorverkoop van een huurpand met huurgarantie), maar op de vraag welke zin zij in de voorliggende situatie aan de overeengekomen bepaling mochten toekennen. (meer…)

HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2638 (Cassatie in het belang der wet)

Een volgend op de gunningsbeslissing tot stand gekomen overeenkomst is wegens strijd met aanbestedingsregels slechts aantastbaar op de gronden vermeld in artikel 4.15 lid 1 Aanbestedingswet 2012, en in andere gevallen slechts in geval van wilsgebreken en nietig- of vernietigbaarheid ingevolge artikel 3:40 BW. (meer…)

HR 4 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2517 (CIA/Heredium)

De Hoge Raad nuanceert de in het arrest Ammerlaan/Enthoven geformuleerde regel dat een achteraf geheel of gedeeltelijk ongegrond gebleken beroep op een opschortingsrecht meebrengt dat degene die dit beroep deed, daarmee terstond als schuldenaar zonder ingebrekestelling in verzuim kwam te verkeren. Op die regel is in ieder geval een uitzondering mogelijk, indien de schuldenaar zich op een opschortingsrecht heeft beroepen in verband met een door een derde ingeroepen vordering die achteraf ongegrond is gebleken. (meer…)

HR 7 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2282 (AMC/Verweerster)

De Hoge Raad laat het oordeel van het hof, inhoudende dat de projectontwikkelaar gerechtigd was de samenwerkingsovereenkomst te ontbinden omdat het AMC in verzuim verkeerde ten aanzien van haar uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, in stand. (meer…)

Cassatieblog.nl