Selecteer een pagina

Alle berichten van: Mette van Asperen


HR 11 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:898 (X/Curatoren Econcern N.V.) en ECLI:NL:HR:HR:2014:904 (UWV/Curatoren Econcern N.V.)

Een richtlijnconforme interpretatie brengt niet met zich dat vorderingen die voortvloeien uit een art. 2:403-verklaring ook bevoorrecht (moeten) zijn indien de vorderingen jegens de dochtermaatschappij dat zijn. (meer…)

HR 4 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:828

De omstandigheid dat de detentie in het detentiecentrum van het Internationaal Strafhof ten uitvoer wordt gelegd op het grondgebied van de Nederlandse Staat, brengt niet mee dat Nederland rechtsmacht heeft met betrekking tot deze detentie. (meer…)

HR 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:740 (Joba/Verweerder)

Als de koper ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst niet bekend is met het voorkeursrecht van – in dit geval – de huurder, staat het hem in beginsel vrij nakoming van de koopovereenkomst na te streven, zoals in dit geval door vervroeging van de levering, ook nadat hij alsnog van het voorkeursrecht op de hoogte is geraakt. Zodanige handelwijze kan onder bijzondere omstandigheden echter onrechtmatig zijn jegens degene die een voorkeursrecht heeft dat daardoor wordt gefrustreerd, waarbij met name valt te denken aan het geval dat sprake is van onevenredigheid tussen het belang bij nakoming van de koopovereenkomsten en het belang dat bestaat bij het kunnen uitoefenen van het voorkeursrecht. (meer…)

HR 28 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:443

De internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter ten aanzien van de  verzochte verlenging van de eerder uitgesproken kinderbeschermingsmaatregelen dient zelfstandig te worden beoordeeld aan de hand van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid (Brussel II-bis). (meer…)

HR 7 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:270

Dat een arts voor verstandelijk gehandicapten (AVG) na de inwerkingtreding van de wet van 4 december 2013 (Stb. 2013/560) krachtens art. 1 van de Wet Bopz bevoegd zal zijn de voor gedwongen opneming van een verstandelijk gehandicapt persoon vereiste verklaring af te geven, is onvoldoende om te oordelen dat een AVG daartoe ook voor de inwerkingtreding van de wet bevoegd was. Daarbij is mede van belang dat in deze wet aan de hier bedoelde wijziging van art. 1 Wet Bopz geen terugwerkende kracht is verleend. (meer…)

Cassatieblog.nl