Selecteer een pagina

Dossier: Aansprakelijkheid en schadevergoeding


HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2722 en ECLI:NL:HR:2015:2723

Op de aansprakelijkheid van de Staat voor de onjuiste implementatie van Europese richtlijnen in wetgeving in formele zin zijn de normale Nederlandse aansprakelijkheidsregels (art. 6:162 BW) van toepassing. (meer…)

HR 11 september 2015, ECLI:NL:HR2015:2528

Ook als er naast de ‘papieren’ vervoerder slechts één feitelijke (hoofd)vervoerder is, dan geldt deze feitelijke vervoerder – mits aan de verdere vereisten van de bepaling is voldaan – als opvolgend vervoerder in de zin van art. 34 CMR. Gelet op art. 39 CMR is deze opvolgend vervoerder gebonden aan de uitspraak in de procedure tussen de hoofdvervoerder en de ladingbelanghebbende, indien hij behoorlijk in kennis werd gesteld van die procedure en de gelegenheid heeft gekregen zich daarin te voegen of tussen te komen. In dat geval kan de tot verhaal aangesproken vervoerder niet alsnog of opnieuw de discussie over de omvang van de aansprakelijkheid openen. (meer…)

HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2747

Wordt een last tot inbewaringstelling (art. 20 Wet Bopz) gegeven zonder voorafgaand onderzoek door een psychiater, en vindt een dergelijk onderzoek evenmin plaats “immediately after the arrest”, dan is het gerechtvaardigd om, voor de toepassing van art. 28 lid 1 Wet Bopz (verzoek tot schadevergoeding wegens onrechtmatige last), de gevolgen van het optreden van de burgemeester jegens de betrokkene toe te rekenen aan de gemeente. (meer…)

HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2745

Voor beroepsaansprakelijkheid van een advocaat die een niet aan hem verleende opdracht feitelijk heeft uitgevoerd, gelden de normale vereisten van art. 6:162 BW. Niet is vereist dat de advocaat persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. (meer…)

HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741

Bij de beoordeling of een stuitingsmededeling aan de in artikel 3:317 lid 1 BW gestelde eisen voldoet, moet niet alleen gelet worden op de formulering daarvan, maar ook op de context waarin de mededeling wordt gedaan en op de overige omstandigheden van het geval. Bij deze beoordeling kan onder omstandigheden mede betekenis toekomen aan de verdere correspondentie tussen partijen.  (meer…)

HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2191 (Eiser/ABN AMRO)

De bijzondere zorgplicht bij beleggingsadviesrelaties met particuliere beleggers kan meebrengen dat de bank de cliënt behoort te waarschuwen voor de risico’s die zijn verbonden aan voortzetting van een bepaald beleggingsbeleid en dat zij verplicht is zich ervan te vergewissen dat de cliënt zich daadwerkelijk van die risico’s bewust is. (meer…)

Cassatieblog.nl