Selecteer een pagina

Dossier: Huwelijksvermogensrecht

Huwelijksvermogensrecht


HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1866 (Eiser / Dexia)

(1) Voor de aanvang van de verjaring van de vernietigingsbevoegdheid ex art. 1:88 en 1:89 BW is bekendheid met de te vernietigen overeenkomst vereist en niet tevens bekendheid met de bevoegdheid tot vernietiging. (2) Gelet op de vastgestelde en aangevoerde feiten behoorde het hof te onderzoeken of het bestreden contractuele beding oneerlijk is in de zin van de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (93/13/EG). (meer…)

HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1199

Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Woning gekocht met lening die is kwijtgescholden onder uitsluitingsclausule. Is woning gemeenschappelijk of privé eigendom? Strekking samenstel gelijktijdig verrichte rechtshandelingen. Analoge toepassing art. 1:124 lid 2 (oud) BW op wettelijke gemeenschap van goederen? Totstandkomingsgeschiedenis art. 1:95 lid 1 BW. Artikel 1:95 lid 1, eerste zin, BW heeft onmiddelijke werking. (meer…)

HR 8 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1224

Een verweer van een geïntimeerde dat ertoe strekt dat het hof terugkomt van een bindende eindbeslissing die is gegeven na en op basis van een afbakening van de grenzen van de rechtsstrijd in de memories van grieven en van antwoord, is in strijd met de tweeconclusieregel, ook indien het verweer niet kwalificeert als nieuwe grief. (meer…)

HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:181

Huwelijksvermogensrecht. Zolang de verdeling en verrekening van het saldo van gezamenlijke bankrekeningen van de echtgenoten niet definitief is vastgesteld, kan de echtgenoot die uit hoofde van die verdeling en verrekening gehouden is de andere echtgenoot een geldsom te betalen, niet in verzuim zijn met de betaling van het toegewezen bedrag. Vgl. HR 15 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0387, NJ 2008/108. (meer…)

HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3648

Een verzoek tot afgifte van stukken, gedaan in het kader van een procedure strekkende tot afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden van partijen, heeft betrekking op de voortgang of instructie van de zaak en is niet de zelfstandige inzet van het geding. Een beschikking strekkende tot afwijzing van een dergelijk verzoek moet daarom als een tussenbeschikking worden gekwalificeerd. De Hoge Raad sluit aan bij HR 13 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW3264, NJ 2013/288.  (meer…)

Gebroken-hart-2HR 28 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3462

De vraag, naar welke methode te verrekenen vermogensbestanddelen van ex-echtgenoten moeten worden gewaardeerd, hangt af van de omstandigheden van het geval, ook indien de waardering betrekking heeft op tot de onderneming van één der ex-echtgenoten behorende onroerende zaken. Daarbij mag de rechter acht slaan op de omstandigheid, dat de onderneming wordt voortgezet na de peildatum, alsmede aan het door partijen terzake de waardering gevoerde partijdebat. (meer…)

Cassatieblog.nl