Selecteer een pagina

HR 26 oktober 2018 ECLI:NL:HR:2018:1985

Een exhibitievordering op grond van art. 843a Rv kan ook worden verzocht bij verzoekschrift.

In deze procedure gaat het om de vraag of het hof op goede gronden heeft geoordeeld dat het verzoek van verweerster in cassatie tot inzage op de voet van art. 843a Rv op de juiste wijze is ingediend, zij rechtmatig belang heeft bij haar verzoek en er geen weigeringsgronden zijn die aan inzage in de weg staan. 

Verweerster in cassatie verzorgt groentegewassen die eigendom zijn van eiseres in cassatie, Syngenta Seeds B.V. De groentegewassen worden daarvoor opgekweekt bij [A]. Op een gegeven moment zijn tomatenplanten besmet geraakt met een gevaarlijk virus. Syngenta heeft allerlei onderzoeken gestart om de bron van de besmetting te achterhalen. Syngenta heeft zich op het standpunt gesteld dat de bron van besmetting bij verweerster ligt en heeft de duurovereenkomst met haar opgezegd. Verweerster stelt dat de bron bij [A] ligt. Verweerster heeft aan Syngenta tevergeefs verzocht om inzage in de test- en onderzoeksresultaten. Verweerster heeft Syngenta aansprakelijk gesteld vanwege het zonder deugdelijke rechtsgrond beëindigen van de duurovereenkomst.

In dit geding heeft verweerster verzocht dat op de voet van art. 186 Rv een voorlopig getuigenverhoor wordt bevolen over hetgeen is besproken tussen Syngenta en [A] dan wel de transporteur; ook heeft zij  de voet van art. 843a Rv verzocht dat Syngenta wordt bevolen aan verweerster afschrift te verstrekken van, hier samengevat, de onderzoeksgegevens. De rechtbank heeft een voorlopig getuigenverhoor gelast en het 843a-verzoek gedeeltelijk toegewezen. Het hof heeft vervolgens die beschikking vernietigd voor zover het de gedeeltelijke toewijzing van het exhibitieverzoek betrof en deze volledig  toegewezen. Het hof heeft daaraan ten grondslag  gelegd dat verweerster het geding middels een verzoekschrift op juiste wijze heeft ingeleid, óók waar het gaat om het 843a-verzoek (zoals ook de rechtbank had geoordeeld), en dat Syngenta – behalve ten aanzien van het overleg met haar advocaat – niet aannemelijk heeft gemaakt dat zwaarwegende belangen zich verzetten tegen overlegging van de stukken (op grond waarvan het hof alsnog het 843a-verzoek integraal toewees).

In cassatie klaagt Syngenta dat het hof zou hebben miskend dat een exhibitievordering niet met een verzoekschrift kan worden ingeleid. Dat gaat niet op. Het begrip “vorderen” in art. 843a Rv duidt er weliswaar op dat de wetgever voor ogen had dat inzage, afschrift of uittreksel in de zin van genoemde bepaling bij dagvaarding wordt gevorderd, maar gelet op de rechtsontwikkeling en opvattingen in de literatuur oordeelt de Hoge Raad dat moet worden aangenomen dat dit ook kan worden verzocht bij verzoekschrift (de Hoge Raad verwijst hierbij naar de conclusie van A-G Wesseling-van Gent, par. 2.5-2.11).

Verder wordt geklaagd over het oordeel van het hof over de gewichtige redenen. Syngenta zou uiteen hebben gezet dat het gaat om communicatie binnen Syngenta en met externe adviseurs en dat de vertrouwelijkheid van de interne besluit- en gedachtevorming dus zou moeten prevaleren aan het belang van waarheidsvinding. Het hof zou daar niet voldoende op hebben gereageerd.

De Hoge Raad overweegt dat het in zoverre juist is dat de vertrouwelijkheid van haar interne besluit- en gedachtevorming,  waaronder begrepen de rol daarin van haar externe adviseurs, een gewichtige reden kan op leveren in de zin van art. 843a lid 4 Rv. Of die vertrouwelijkheid in het concrete geval een gewichtige reden oplevert, moet worden vastgesteld door middel een tweetrapsraket. Eerst moet de partij die zich erop beroept te stellen en zo nodig aannemelijk te maken met betrekking tot welke gegevens zij het bestaan van haar belang bij vertrouwelijkheid inroept en, zo nodig, waarin dat belang bestaat. Daarbij dient de opgave zo specifiek te zijn dat een rechter zich een oordeel kan vormen over de gerechtvaardigdheid van het beroep. Het is vervolgens aan de rechter, middels afweging van alle betrokken belangen, gemotiveerd te beslissen of een gewichtige reden zich voordoet.

In dit verband kon het hof volstaan met de bestreden motivering, omdat Syngenta haar beroep op vertrouwelijkheid slechts in algemene bewoordingen had vervat.

De overige klachten kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Cassatieblog.nl

Share This