HR 8 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1718

De devolutieve werking van het hoger beroep regelt de afwenteling van het geschil op het hof. In dat kader kent de devolutieve werking een negatieve en een positieve zijde. In deze zaak gaat het over de positieve zijde van de devolutieve werking.

De positieve zijde van het de devolutieve werking houdt in dat het hof, op het moment dat een grief slaagt, in eerste aanleg aangevoerde gronden en verweren opnieuw of alsnog moet behandelen. Het moet daarbij gaan om gronden of verweren (i) die in eerste aanleg zijn verworpen of buiten behandeling zijn gebleven, (ii) die in hoger beroep niet zijn prijsgegeven én (iii) die betrekking hebben op een onderdeel van het partijdebat dat door de slagende grief van de wederpartij opnieuw aan de orde wordt gesteld.

Toepassing in het concrete geval

Hoewel dit bekende kost is, gaat dit in de praktijk soms toch nog wel eens mis. Deze zaak is daar een voorbeeld van.

In deze zaak vorderen eisers een schadevergoeding op de grond dat Rabobank haar zorgplicht heeft geschonden. Rabobank heeft niet alleen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vordering, maar ook een beroep gedaan op verjaring. In reactie hierop hebben eisers onder meer gesteld dat Rabobank afstand heeft gedaan van verjaring.

De rechtbank heeft de vorderingen op inhoudelijke gronden afgewezen en is daardoor niet toegekomen aan het beroep van Rabobank op verjaring. In hoger beroep beslist het hof dat de vordering is verjaard. De vordering van eiseres wordt op die grond door het hof afgewezen.

In cassatie wordt vervolgens geklaagd dat het hof hiermee de devolutieve werking van het hoger beroep heeft miskend, omdat het hof niet (kenbaar) is ingegaan op de stelling van eisers dat Rabobank afstand heeft gedaan van verjaring. Dat had het hof op grond van de devolutieve werking wel moeten doen, zo beslist de Hoge Raad.

De Hoge Raad vernietigt dan ook het arrest van het hof Amsterdam, en verwijst de zaak ter verdere behandeling en beslissing naar een ander hof. Deze beslissing van de Hoge Raad is in lijn met de conclusie van A-G Wissink.

Cassatieblog.nl

Share This