In deze uitspraak komen onder andere aan de orde (a) de uitleg van het dictum in de hoofdzaak door de rechter in de schadestaatprocedure en (b) het beginsel van hoor en wederhoor met betrekking tot informatie die is opgenomen in het laatste gedingstuk voor de uitspraak (art. 19 Rv).
De vordering van een concurrente schuldeiser met betrekking tot de rente van na de faillietverklaring valt niet onder de verbindendheid van het gehomologeerde akkoord. Deze vordering kan na beëindiging van het faillissement dus nog worden afgedwongen. (meer…)
Het gehomologeerde akkoord is voor bepaalde schuldeisers verbindend. Als hun vorderingen als gevolg van het akkoord onvoldaan blijven, zijn deze vorderingen niet afdwingbaar. In deze zaak gaat het over de vraag of ook rente die ná de faillietverklaring is verschenen, onder het gehomologeerde akkoord valt. Dat is van belang voor de afdwingbaarheid van deze rentevordering na beëindiging van het faillissement. In deze prejudiciële beslissing geeft de Hoge Raad antwoord op deze vraag.
Maartje Möhring bespreekt in dit vlog de uitspraak van de Hoge Raad in drie minuten.
Cassatieberoep van een tussenuitspraak kan alleen tegelijk met het cassatieberoep van de einduitspraak worden ingesteld (tenzij de rechter tussentijds cassatieberoep heeft opengesteld). De doorbrekingsjurisprudentie vindt hierbij geen toepassing. (meer…)
Bij de uitleg van een petitum moet worden gekeken naar de bewoordingen daarvan, wat aan de eis ten grondslag is gelegd, de wijze waarop de wederpartij de eis heeft opgevat (of redelijkerwijs had moeten opvatten) en het verdere partijdebat. Dit geldt ook bij de uitleg van een vordering tot het geven van een verklaring voor recht. (meer…)