De bijzondere regel van bewijslastverdeling van art. 7:176 BW
HR 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1240
Bij het beroep van de schenker op misbruik van omstandigheden geldt de bewijsregel van art. 7:176 BW. Het hof heeft zijn oordeel dat er grond is om af te wijken van deze bewijsregel onvoldoende gemotiveerd. (meer…)
Beroep op niet-ontvankelijkheid van een gefailleerde moet voor het einde van het faillissement worden gedaan
HR 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1243
Op grond van art. 23 Fw verliest een schuldenaar door faillietverklaring van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn vermogen. In faillissement kan de schuldenaar nog wel in rechte optreden, maar een verweerder kan in dat geval op grond van art. 23 en art. 25 lid 1 Fw een beroep doen op de niet-ontvankelijkheid van de schuldenaar. Dat beroep moet voor het einde van het faillissement worden gedaan. Daarna komt verweerder geen beroep meer toe op niet-ontvankelijkheid van de schuldenaar. (meer…)
Verlenging van de verjaringstermijn van een vordering op een rechtspersoon die na vereffening in faillissement is opgehouden te bestaan
HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1310
Wanneer een rechtspersoon na faillietverklaring door insolventie is ontbonden en na vereffening van zijn vermogen in faillissement is opgehouden te bestaan, bestaat gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon is opgehouden te bestaan een grond voor verlenging van de verjaringstermijn als bedoeld in art. 3:320 BW. (meer…)
Advocaat maakt beroepsfout door vordering te laten verjaren
HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1308
Door een vordering van een cliënt te laten verjaren, heeft de advocaat in de onderhavige zaak een beroepsfout gemaakt. De cliënt vordert een schadevergoeding als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht. In cassatie staat de bewijslastverdeling ter discussie. (meer…)
Inzet van meer dan één rechter-plaatsvervanger in een meervoudige kamer is niet in strijd met de beginselen van een behoorlijke rechtspleging
HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1312
Rechters-plaatsvervangers kunnen, als rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, door het bestuur van het gerecht worden opgeroepen voor de behandeling en beslissing van zaken. De wet stelt geen beperkingen aan het aantal rechters-plaatsvervangers in de bezetting van een meervoudige kamer. (meer…)
Recente berichten
- Kennisclips Hoger beroep #09: Grievenstelsel
- Hoe wordt een waterperceel openbaar?
- Is cassatieberoep van een tussenbeschikking van het Gemeenschappelijk Hof ontvankelijk?
- Klachtplicht ook van toepassing op loonvorderingen
- Cassatievlog #116 | Geen gratie na veroordeling voor verjaard feit
- Geoblocking, VPN-diensten en de Auteursrechtrichtlijn: geldt een gerichtheidsvereiste voor een mededeling aan het publiek?
- Verlenging verweertermijn moet worden gevraagd binnen de oorspronkelijke verweertermijn
- Cassatie in belang der wet: meervoudige kantonrechtspraak niet mogelijk
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (226)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (67)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (91)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (115)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (27)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (844)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (290)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)