Selecteer een pagina

Dossier: Arbeidsrecht


HR 9 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:194

Inzet van deze procedure is de wettelijke verplichting voor pensioenfondsen om bij wijze van buffer een bepaald eigen vermogen aan te houden (art. 131 en 132 Pensioenwet). Is deze verplichting in strijd met de IORP II-richtlijn? (meer…)

HR 26 april 2024 ECLI:NL:HR:2024:673

De klachtplicht (art. 6:89 BW) is niet van toepassing op interne bestuurdersaansprakelijkheid (art. 2:9 BW). Dit brengt redelijke wetsuitleg mee volgens de Hoge Raad. Dat heeft te maken met de aard van de rechtsverhouding tussen bestuurder en rechtspersoon. Bovendien kan het niet klagen een rechtspersoon moeilijk verweten worden, omdat dat klagen door de bewuste bestuurder bij zichzelf zou moeten. De (mogelijk belemmerende) collegiale verhoudingen binnen een bestuur brengen mee dat de uitsluiting van de klachtplicht ook geldt voor de hoofdelijk verbonden medebestuurders. Giel Wind bespreekt dit arrest.

Cassatievlog #097 is ook als podcast beschikbaar

 

 

HR 26 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:673

Een werkgever of werkgeversorganisatie mag in beginsel zelf bepalen of, en zo ja met wie, zij over collectieve arbeidsvoorwaarden wil overleggen. Onder omstandigheden kan de weigering van een werkgever of werkgeversorganisatie om met een vakbond over een cao in onderhandeling te treden echter wel onrechtmatig zijn. Is dat het geval, dan kan dat grond zijn om de werkgever of de werkgeversorganisatie te gebieden alsnog met die vakbond in onderhandeling te treden over een cao. (meer…)

HR 12 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:568

Mag bij de begroting van schade wegens verminderd arbeidsvermogen rekening worden gehouden met inkomsten uit zwart werk? Deze vraag lag voor aan de Hoge Raad. In dit vlog bespreekt Berend-Bram Heinen het antwoord.

Cassatievlog #096 is ook als podcast beschikbaar

 

 

 

HR 15 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:426

In deze zaak ligt de vraag voor of de wachtdienst van een groep ambulancemedewerkers kwalificeert als arbeidstijd of rusttijd. Die vraag moet worden beantwoord aan de hand van de Arbeidstijdenrichtlijn. De Hoge Raad bespreekt deze Richtlijn en de uitleg die de Europese rechter daaraan geeft. (meer…)

HR 15 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:400 (Werknemer / ROC Twente)

Beoordeling van een uitzondering op de Xella-norm vindt plaats naar het moment waarop de werknemer het beëindigingsvoorstel doet. Bij de beoordeling of de werkgever op dat moment een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst dienen ook (voor zover van belang) feiten en omstandigheden te worden betrokken die zich voor of na dat moment hebben voorgedaan. (meer…)

Cassatieblog.nl