Geverifieerde vordering kan niet via verzetprocedure alsnog worden betwist
HR 3 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2808 (X B.V. c.s. / mr. Krol q.q.)
In de verzetprocedure ex art. 184 Fw e.v. kan niet worden teruggekomen van een beslissing van de rechter-commissaris om een schuldvordering op de lijst van erkende schuldeisers te plaatsen, nu dit een beschikking is als bedoeld in art 67 lid 1 Fw, waartegen hoger beroep openstaat. (meer…)
Volledig cursusgeld verschuldigd bij annulering?
HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2775
Bij de beoordeling van de vraag of een annuleringsbeding in een overeenkomst van opdracht onredelijk bezwarend is, kan – ook wanneer dit artikel niet rechtstreeks van toepassing is – aansluiting worden gezocht bij art. 7:411 BW. (meer…)
Beroepsaansprakelijkheid notaris voor meewerken aan een handeling die belangen van derden schaadt
HR 10 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2850
Bij de vraag of een notaris onrechtmatig handelt door zijn medewerking te verlenen aan het vestigen van een recht van hypotheek waarvan hij weet dat dit de mogelijkheden van verhaal van derden doorkruist, dienen de maatstaven uit het Novitaris-arrest tot uitgangspunt te worden genomen. (meer…)
Directe en indirecte octrooiinbreuken bij Swiss-type-conclusies
HR 3 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2807 (MSD/Teva)
1. Een producent of handelaar maakt slechts dan een directe inbreuk op een octrooi met een Swiss-type claim als hij voorziet of moet voorzien dat het door hem vervaardigde of aangeboden generieke middel welbewust zal worden aangewend voor behandeling waarop het tweede medische indicatie-octrooi ziet. Daarvoor is vereist dat de gemiddelde vakman zal menen dat het middel (mede) voor die behandeling bestemd of geschikt is. De producent of handelaar zal dan alle in redelijkheid van hem te vergen effectieve maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat zijn product zal worden uitgeleverd voor de geoctrooieerde tweede medische indicatie.
2. Op een Swiss-type claim kan indirecte inbreuk worden gemaakt op dezelfde voet als op een claim volgens het huidige art. 54 lid 5 EOV. Bij een productgebonden voortbrengselconclusie is de aan het voortbrengsel (het geneesmiddel) te geven toepassing immers ‘een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding’ als bedoeld in art. 73 ROW 1995.
3. Wat is te verstaan onder ‘een middel betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding’ vergt uitleg van het octrooi en is sterk verweven met waarderingen van feitelijke aard. De rechter zal zich in ieder afzonderlijk geval, aan de hand van zijn uitleg van het octrooi, moeten afvragen of daarvan sprake is, waarbij kan worden betrokken of het gewraakte middel een zodanige rol vervult bij de toepassing van de leer van het octrooi dat voldaan is aan de ratio van het bestaan van de figuur van de indirecte octrooi-inbreuk: het verhinderen dat door het toeleveren van (onbeschermd) materiaal derden direct ongeoorloofd gebruik van de uitvinding maken. (meer…)
Hoge Raad komt terug van Wherestad-arrest: toerekeningsregel van art. 6:101 lid 2 BW blijft buiten beschouwing bij égalitéaansprakelijkheid
HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2789
Wanneer de Staat wegens rechtmatig strafvorderlijk optreden aansprakelijk is voor schade aan zaken van een ander dan de verdachte moet – bij beoordeling van de vraag of de vergoedingsplicht van de Staat op de voet van art. 6:101 lid 1 BW moet worden verminderd of vervalt – het tweede lid van die bepaling buiten toepassing blijven. Dat betekent dat indien de beschadigde zaak werd gehouden door de verdachte, omstandigheden aan de zijde van de verdachte die hebben bijgedragen aan het ontstaan van de schade, niet aan die ander (de eigenaar) kunnen worden toegerekend. (meer…)
Recente berichten
- Recht op mondelinge behandeling na cassatie en verwijzing
- Cassatievlog #108 | Prejudiciële vragen over ‘bestelknop’
- Inzagerecht op grond van de AVG in eigen personeelsdossier
- Videoserie hoger beroep van cassatieteam Pels Rijcken
- Cassatievlog #107 | Verjaringstermijn vorderingen aansluitend op collectieve actie
- Hoofdelijke aansprakelijkheid en verjaring bij geldlening echtgenoot
- Nadere verzettermijn en art. 6 EVRM
- Cassatievlog #106 | Klachtplicht geldt ook voor achterstallig loon
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (323)
- Arbeidsrecht (220)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (85)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (197)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (79)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (22)
- Personen- en familierecht (205)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (25)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (132)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (830)
- Strafrecht (5)
- Verbintenissenrecht (288)
- Vermogensrecht algemeen (83)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (74)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (116)