Selecteer een pagina

Dossier: Grondrechten en mensenrechten


HR 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1163

Een vrouw met de Nederlandse nationaliteit die ten tijde van het aangaan van het huwelijk met een buitenlandse man zelf al de nationaliteit bezat van haar buitenlandse echtgenoot, verloor niet ingevolgde art. 5 WNI (zoals dat gold tot 1 maart 1964) haar Nederlandse nationaliteit.

(meer…)

HR 8 juli 2022 ECLI:NL:HR:2022:1044

Uitlevering en art. 8 EVRM: uitgangspunt is dat het belang bij uitlevering voorgaat en dat slechts in uitzonderlijke omstandigheden het recht op respect voor het familie- en gezinsleven aan uitlevering in de weg kan staan; dat laat geen ruimte voor een belangenafweging.  (meer…)

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:621 (Verstappen/Picnic)

Een portret als bedoeld in art. 21 Aw is een afbeelding, op welke wijze ook vervaardigd, van een persoon die in deze afbeelding kan worden herkend. Een afbeelding van een lookalike kan onder omstandigheden worden aangemerkt als een portret van de persoon op wie hij lijkt. Daarvoor is niet alleen vereist dat deze persoon in de afbeelding van de lookalike kan worden herkend, maar ook dat de mogelijkheid tot herkenning door bijkomende omstandigheden is vergroot, zoals door de wijze van presentatie van de lookalike, door wat de afbeelding overigens toont of door de context waarin de afbeelding is openbaar gemaakt.

(meer…)

HR 11 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:349

De Hoge Raad oordeelt dat het fundamentele recht van het kind op het verkrijgen van informatie over de eigen biologische afstamming prevaleert boven de fundamentele rechten van de vermoedelijke biologische vader. Slechts onder uitzonderlijke omstandigheden kan daarvan worden afgeweken.

(meer…)

HR 10 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1851

Bij de beoordeling van een verzoek van een (beweerde) verwekker om de wettelijke ouders van een kind te gelasten mee te werken aan een DNA-onderzoek moeten de belangen van alle betrokkenen en de bijzonderheden van het concrete geval in acht worden genomen.  (meer…)

HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1747

In dit uitvoerig gemotiveerd arrest zet de Hoge Raad uiteen hoe de burgerlijke rechter de motivering van gratiebeslissingen moet toetsen. Hij bepaalt verder dat de burgerlijke rechter de Staat kan veroordelen tot het nemen van een nieuwe beslissing en de verdere tenuitvoerlegging van een levenslange gevangenisstraf kan verbieden bij strijd met art. 3 EVRM. (meer…)

Cassatieblog.nl