Selecteer een pagina

Dossier: Europees recht


HR 2 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1804

De rechter die moet beslissen op een verzoek van de schuldenaar tot intrekking of wijziging van een bevel tot conservatoir beslag als bedoeld in de EAPO-Verordening, moet rekening houden met feiten en omstandigheden van na indiening van het verzoek om een bevel dan wel die na indiening zijn vastgesteld. Dit geldt ook als die omstandigheden van belang zijn voor het oordeel of is voldaan aan art. 7 lid 2 EAPO-Vo. (meer…)

HR 20 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:65

De (in hoofdzaak) door anciënniteit bepaalde senioriteit van vrachtvliegers van Martinair is als zodanig geen recht dat bij overgang van onderneming mee overgaat. Voor zover deze senioriteit echter medebepalend is voor rechten van financiële aard van de vrachtvliegers, dienen deze rechten door de verkrijger (KLM) op dezelfde voet als bij de vervreemder (Martinair) te worden gehandhaafd. Dat zal zo nodig per geval moeten worden beoordeeld. (meer…)

HR 20 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:65

Dit arrest betreft een geschil tussen Martin-air-vrachtvliegers en de KLM. Centrale vraag is of de senioriteitsrechten van deze vliegers rechten zijn die op basis van art. 7:663 BW mee overgaan naar de nieuwe werkgever (KLM) in het geval van overgang van onderneming. De Hoge Raad oordeelt dat de senioriteitsrechten van de vrachtvliegers, die niet mede-bepalend zijn voor een financieel recht, niet hoeven te worden gehandhaafd door KLM. In dit Cassatievlog bespreekt Hidde Volberda in drie minuten de uitspraak van de Hoge Raad.

HR 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1388

(i) Een gebrek aan transparantie is een omstandigheid die moet meewegen bij de beoordeling of sprake is van een oneerlijk beding als bedoeld in de Richtlijn oneerlijke bedingen, maar is niet doorslaggevend;
(ii) De Richtlijn hypothecair krediet is niet van toepassing op een voor 21 maart 2016 gesloten kredietovereenkomst. Er bestaat geen redelijke twijfel over dat de enkele wijziging van het rentetarief of de rentevaste periode van een voor 21 maart 2016 geldig gesloten kredietovereenkomst niet kan worden aangemerkt als het verlenen van een krediet in de zin van art. 4 lid 3 van de Richtlijn hypothecair krediet. (meer…)

HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:686

 Als een beschikking van de belastingdeurwaarder inzake de kosten van betekening van een dwangbevel met bevel tot betaling onherroepelijk is geworden, en degene aan wie de kosten in rekening zijn gebracht de ontvanger verzoekt om ambtshalve vermindering van die kosten, kan de afwijzing van dit verzoek – waartegen geen beroep bij de bestuursrechter openstaat – worden voorgelegd aan de civiele rechter. Vanwege het nauwe verband tussen die afwijzing door de ontvanger en de kostenbeschikking van de belastingdeurwaarder, moet de civiele rechter dan onderzoeken of die kostenbeschikking onmiskenbaar onjuist was toen zij werd gegeven.  (meer…)

HR 8 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1032 (Staat/Nefyto)

Het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dat is vervat in het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden kan worden gebaseerd op artikel 78 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) en art. 14 Richtlijn 2009/128/EG, indien het strookt met de doelstellingen van deze Richtlijn en noodzakelijk, geschikt en evenredig is. Volgens de Hoge Raad is het verbod in overeenstemming met de Richtlijn en heeft het hof ten onrechte nagelaten de stellingen van de Staat ten aanzien van de noodzakelijkheid, geschiktheid en evenredigheid te beoordelen. (meer…)

Cassatieblog.nl