Overzicht recente prejudiciële vragen aan de Hoge Raad
Het overzicht van prejudiciële zaken vermeldt weer een aantal nieuwe civiele zaken waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1) uitleg van art. 5 Handelsnaamwet bij mogelijke naamsverwarring handelsnaam, (2) vermindering van arbeidsduur wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en recht op transitievergoeding, (3) bindende kracht van in kracht van gewijsde gegaan vonnis met betrekking tot vernietiging van effectenleaseovereenkomst voor echtgenoot die niet als formele procespartij is opgetreden en (4) is het vereiste van ‘gebleken onschuld’ voor schadevergoeding strijdig met onschuld-presumptie van art. 6 lid 2 EVRM. (meer…)
Beroep op centrale beperking octrooi in strijd met de goede procesorde
HR 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:258
Beroep op beperking van het octrooi door het Europees Octrooibureau, nadat eerder een beroep op een nagenoeg identieke wijziging van het octrooi niet was toegelaten wegens strijd met de tweeconclusieregel, is in strijd met de goede procesorde. (meer…)
Uitleg van een kwijtingsbeding
HR 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:260
Gelet op de tekst van het kwijtingsbeding is ’s hofs oordeel dat de volledige kwijting van verhuurder ter zake van “al zijn verplichtingen ingevolge het Huurcontract” ook ziet op een op de wet gegronde vordering uit onverschuldigde betaling zonder nadere motivering onbegrijpelijk.
Eiswijziging in hoger beroep volgens het Curaçaose procesrecht
HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2009
Een eiswijziging in hoger beroep hoeft volgens het Curaçaose procesrecht niet te worden getoetst aan de tweeconclusieregel. Of een eiswijziging in hoger beroep volgens het Curaçaose procesrecht is toegestaan, moet worden getoetst aan de eisen van een goede procesorde en de (overige) daarvoor geldende wettelijke bepalingen. (meer…)
Pensioenverevening, afstorting en peildatum commerciële waarde pensioenaanspraak
14 februari 2020 ECLI:NL:HR:2020:276
De hoogte van de pensioenaanspraak, opgebouwd in eigen beheer van een door één van de ex-echtgenoten beheerste rechtspersoon, dient te worden bepaald naar de waarde daarvan op datum echtscheiding. De commerciële waarde van die aanspraak – het bedrag dat nodig is om de pensioenaanspraak bij een externe pensioenverzekeraar te verzekeren – moet worden bepaald naar datum afstorting door die rechtspersoon. (meer…)
Recente berichten
- Recht op mondelinge behandeling na cassatie en verwijzing
- Cassatievlog #108 | Prejudiciële vragen over ‘bestelknop’
- Inzagerecht op grond van de AVG in eigen personeelsdossier
- Videoserie hoger beroep van cassatieteam Pels Rijcken
- Cassatievlog #107 | Verjaringstermijn vorderingen aansluitend op collectieve actie
- Hoofdelijke aansprakelijkheid en verjaring bij geldlening echtgenoot
- Nadere verzettermijn en art. 6 EVRM
- Cassatievlog #106 | Klachtplicht geldt ook voor achterstallig loon
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (323)
- Arbeidsrecht (220)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (85)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (197)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (79)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (22)
- Personen- en familierecht (205)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (25)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (132)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (830)
- Strafrecht (5)
- Verbintenissenrecht (288)
- Vermogensrecht algemeen (83)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (74)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (116)