Alle berichten met de tag: gezag van gewijsde


HR 8 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1596 (moeder/man)

Als een vordering of verzoek is afgewezen en deze afwijzing berust op een voor de gedaagde of verweerder nadelige beslissing over de rechtsbetrekking in geschil, krijgt die beslissing bij het in kracht van gewijsde gaan van de uitspraak gezag van gewijsde als bedoeld in art. 236 lid 1 Rv. (meer…)

HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:784 (K./V.)

De Hoge Raad komt terug van het arrest F./KSN.

Voor zover tegen een uitspraak geen rechtsmiddel wordt ingesteld, gaat die uitspraak in kracht van gewijsde. Als (het niet bestreden deel van) de uitspraak berust op een beslissing over de rechtsbetrekking in geschil, krijgt die beslissing bij het in kracht van gewijsde gaan van (dat deel van) de uitspraak gezag van gewijsde. Dit brengt mee dat de partij die nadeel ondervindt van die beslissing, voldoende belang kan hebben bij een rechtsmiddel tegen de uitspraak, ook al vindt zij daartoe in de uitkomst van het geding in eerdere aanleg geen aanleiding. Ziet de betrokken partij daarvan af, maar stelt de andere partij wel een rechtsmiddel tegen de uitspraak in, dan kan het gezag van gewijsde van de beslissing over de rechtsbetrekking in geschil worden ingeroepen voor zover die beslissing bij de beoordeling van het rechtsmiddel van belang is. Wordt op het gezag van gewijsde geen beroep gedaan, en komt de rechter tot een ander oordeel over de rechtsbetrekking in geschil, dan kan dat leiden tot tegenstrijdige beslissingen over die rechtsbetrekking. Die mogelijkheid is evenwel inherent aan een stelsel waarin het uitgangspunt is dat partijen bepalen welke geschilpunten zij aan de rechter voorleggen en tegen welke uitspraak (of deel daarvan) zij een rechtsmiddel aanwenden, en waarin het gezag van gewijsde niet ambtshalve wordt toegepast (art. 236 lid 3 Rv). De Hoge Raad ziet daarin geen aanleiding meer om aan de geïntimeerde/verweerder op die grond de devolutieve werking van het hoger beroep te ontzeggen.

(meer…)

Hoge Raad 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:784

Hoe verhouden de devolutieve werking en het gezag van gewijsde zich tot elkaar? Moet het hof de devolutieve werking ook toepassen als dat kan leiden tot een beslissing die tegenstrijdig is met een beslissing van de rechtbank die gezag van gewijsde heeft? Maartje Möhring bespreekt in drie minuten het arrest waarin de Hoge Raad antwoord geeft op deze vragen, én terugkomt van zijn eerdere rechtspraak (F/KSN).

Cassatievlog #060 is ook als podcast beschikbaar.

HR 25 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1726

Als een octrooi centraal wordt beperkt vóórdat de beslissing waarmee het ruimere octrooi is vernietigd in kracht van gewijsde is gegaan, treft de vernietiging van dat ruimere octrooi (als de beslissing op een later moment alsnog in kracht van gewijsde gaat) niet ook het beperkte octrooi. (meer…)

Cassatieblog HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:683 (X/Stichting Rederij De Drie Geuzen)

Wanneer de afwijzing van een vordering of verzoek van de wederpartij berust op een voor de gedaagde of verweerder nadelige beslissing, krijgt die beslissing bij het in kracht van gewijsde gaan van de uitspraak, gezag van gewijsde. De gedaagde of verweerder heeft in dat geval voldoende belang bij een rechtsmiddel tegen die uitspraak, ook al strekt het dictum tot afwijzing van de vordering of het verzoek van de wederpartij. (meer…)

Cassatieblog.nl