Moest het hof alle appartementseigenaars oproepen?
HR 21 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:916
Als de rechter dient te beslissen op een verzoek tot vernietiging van een VvE-besluit of om vervangende machtiging ten behoeve van de wijziging van een splitsingsakte, moeten alle appartementseigenaren c.q. stemgerechtigden in het geding zijn betrokken. Zij moeten daarom allemaal bij name worden opgeroepen.
Interlandelijke adoptie
HR 19 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:622
Deze zaak gaat over een interlandelijke adoptie vanuit Sri Lanka. De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het hof dat (i) de Stichting die bij de adoptie van verweerster heeft bemiddeld en (ii) de Staat als toezichthouder jegens verweerster onrechtmatig hebben gehandeld. Lees meer…
Mediationclausule kán bindend zijn, maar uitleg is doorslaggevend
HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1078
De inhoud en reikwijdte van een mediationclausule moet door uitleg daarvan worden vastgesteld (Haviltex). Een mediationclausule kán een verplichtend karakter hebben, het vrijwillige karakter van mediation staat daaraan niet in de weg. Een rechter (of arbiter) kan daartoe op verzoek de behandeling van een zaak aanhouden. Een mediationclausule mag echter niet worden toegepast als het recht van partijen op toegang tot de rechter onaanvaardbaar wordt aangetast.
Cassatievlog #104 | CAO-norm bij onduidelijk beding
Hoge Raad 30 augustus 2024 ECLI:NL:HR:2024:1102
Als een beding in een bedrijfstakpensioen regeling onduidelijk is moet dat ook worden uitgelegd bij toepassing van de CAO-norm. Het kan niet vanwege die enkele onduidelijkheid buiten toepassing blijven. Martijn Scheltema licht dit toe aan de hand van een uitspraak van de Hoge Raad.
Cassatievlog #103 is ook als podcast beschikbaar.
Mest/waterafscheider en meerwerk: wanneer kunnen extra kosten in rekening worden gebracht?
HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1073
Dit arrest gaat over een overeenkomst van opdracht en het in rekening brengen van kosten voor meerwerk. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof, omdat het hof ten onrechte niet heeft beoordeeld of de opdrachtnemers zelf hadden moeten begrijpen dat het meerwerk een prijsverhoging met zich zou brengen. Daarnaast heeft het hof verschillende essentiële stellingen van partijen niet in zijn oordeel betrokken en is het buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden. Lees meer…
Instemming als levensgezel bij kunstmatige bevruchting
HR 2 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:148
In het geval van kunstmatige bevruchting wordt met ‘een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad’ (art. 1:204 lid 4 BW) het hele traject van kunstmatige bevruchting bedoeld, en niet de enkele bevruchting van de eicellen en/of de terugplaatsing van het embryo. Dat betekent dat van ‘instemming als levensgezel’ (vereist voor vervangende toestemming bij erkenning) pas sprake is als de levensgezel en de moeder samen gekozen hebben voor het traject van kunstmatige bevruchting. Lees meer…
Omgang met mogelijk verschoningsgerechtigde gegevens
HR 12 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:375
De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over de omgang met mogelijk verschoningsgerechtigde gegevens bij een gegevensvordering van het Openbaar Ministerie op grond van art. 126ng/art. 126ug Sv. Lees meer…
Over de uitleg van een garantie, de omzettingsverklaring en verwijzing naar de schadestaatprocedure
HR 5 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1028
De vraag welke inhoud een garantie heeft, moet worden beantwoord door de uitleg ervan, waarbij het aankomt op de zin die partijen bij de overeenkomst in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs daaraan mochten toekennen en op hetgeen zij redelijkerwijs te dien aanzien van elkaar mochten verwachten. Een omzettingsverklaring (als bedoeld in art. 6:87 lid 1 BW) kan ook besloten liggen in de dagvaarding of de gedingstukken. Lees meer…
Wvggz; de onafhankelijkheid van een psychiater
HR 12 juli 2024 ECLI:NL:HR:2024:1076
De rechtbank mocht niet zonder motivering voorbijgaan aan aangevoerde over vroegere behandelrelatie ter onderbouwing van betoog dat desbetreffende psychiater niet als onafhankelijk psychiater als bedoeld in art. 5:7 Wvggz kon worden aangemerkt, ook al is meer dan één jaar verstreken tussen het einde van de behandelrelatie en het tijdstip waarop onderzoek ten behoeve van de medische verklaring was verricht. Lees meer…
Gecertificeerde instelling is geen belanghebbende in zaak over beëindiging gezag
HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1079
Een gecertificeerde instelling is in een zaak op de voet van art. 1:253n BW (beëindiging gezamenlijk gezag) die ziet op een onder toezicht gesteld kind, geen belanghebbende in de zin van art. 798 lid 1, eerste volzin, Rv. Lees meer…