Niet toelaten van Caribische advocaten als cassatieadvocaat is geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling, maar moet wel worden geregeld

Niet toelaten van Caribische advocaten als cassatieadvocaat is geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling, maar moet wel worden geregeld

HR 4 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:518

Het niet toelaten van Caribische advocaten als cassatieadvocaat leidt niet tot een ontoelaatbare ongelijke behandeling van Caribisch-Nederlandse advocaten ten opzichte van Europees-Nederlandse advocaten. De toelating van Caribische advocaten tot de cassatiebalie moet echter wel geregeld worden. Lees meer…

Kantonrechter bevoegd kennis te nemen van verzoek tot vestiging verzorgingsvruchtgebruik

Kantonrechter bevoegd kennis te nemen van verzoek tot vestiging verzorgingsvruchtgebruik

HR 4 april 2015, ECLI:NL:HR:2025:511

Cassatie in belang der wet. De kantonrechter is bevoegd om te oordelen over een aanspraak op de voet van  art. 4:29 en 4:30 BW, tot veroordeling van erfgenamen (of overige rechthebbenden) tot het verlenen van medewerking aan de vestiging van een vruchtgebruik op de woning en de inboedel respectievelijk op andere goederen van de nalatenschap ten behoeve van de echtgenoot van de erflater. Het gaat om een verzoekschriftprocedure. Lees meer…

Kennisclips hoger beroep #2: Wanneer hoger beroep mogelijk is

Kennisclips hoger beroep #2: Wanneer hoger beroep mogelijk is

Kennisclips hoger beroep #2: Wanneer hoger beroep mogelijk is

Wat is de appelgrens? Wat hebben objectieve en subjectieve cumulatie daarmee te maken? En wat zijn rechtsmiddelenverboden eigenlijk? In deze kennisclip gaat Berend-Bram Heinen in op de vraag wanneer hoger beroep mogelijk is.

Benieuwd naar meer? Klik de link en bekijk de 17-delige serie Kennisclips Hoger Beroep op ons YouTube kanaal.

Cassatievlog #130 | Verhouding burgerlijke rechter en bestuursrechter

Cassatievlog #130 | Verhouding burgerlijke rechter en bestuursrechter

Hoge Raad 11 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:560

In deze zaak vordert een aantal vennootschappen bij de burgerlijke rechter dat een stichting wordt geboden haar beroep tegen een beslissing op bezwaar bij de bestuursrechter in te trekken. Is de burgerlijke rechter bevoegd om kennis te nemen van zo’n vordering? En zijn de vennootschappen dan ook ontvankelijk in die vordering? De Hoge Raad beantwoordt beide vragen bevestigend. Hidde Volberda bespreekt het arrest.

Cassatievlog #129 | Caribische advocaten en de cassatiebalie

Cassatievlog #129 | Caribische advocaten en de cassatiebalie

Hoge Raad 4 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:518

Ruben de Graaff bespreekt een bijzondere Caribische zaak. De zaak gaat over de vraag of het onrechtmatig is dat Caribische advocaten geen toegang kunnen krijgen tot de cassatiebalie bij de Hoge Raad. Omdat de mogelijkheid van toelating tot de cassatiebalie de aandacht heeft van de Staat en verschillende oplossingen denkbaar zijn om die toelating mogelijk te maken, ziet de Hoge Raad op dit moment geen aanleiding te oordelen dat het gemaakte onderscheid ontoelaatbaar is.

Cassatievlog #129 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

Verbeurd aandeel in verzwegen gemeenschappelijk goed gaat van rechtswege over op de overige deelgenoten

Verbeurd aandeel in verzwegen gemeenschappelijk goed gaat van rechtswege over op de overige deelgenoten

HR 21 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:420

Een op grond van art. 3:194 lid 2 BW verbeurd aandeel in een verzwegen, zoekgemaakt, of verborgen gemeenschappelijk goed gaat van rechtswege over op de overige deelgenoten zonder dat daarvoor een leveringshandeling nodig is. Dit is een in de wet aangegeven wijze van rechtsverkrijging als bedoeld in art. 3:80 lid 3 BW. Lees meer…

Tijdstip van betaling in uitvoeringsreglement bedrijfstakpensioenfonds is startpunt verjaringstermijn

Tijdstip van betaling in uitvoeringsreglement bedrijfstakpensioenfonds is startpunt verjaringstermijn

HR 21 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:423

Voor een vordering van een bedrijfstakpensioenfonds op een werkgever tot betaling van premie geldt het verjaringsregime van art. 3:308 BW. De verjaringstermijn, vijf jaar, loopt vanaf het opeisbaar worden van de vordering. In het geval van een vordering van een bedrijfstakpensioenfonds op een werkgever tot betaling van de premie over een bepaalde periode, is dat het tijdstip van betaling in het uitvoeringsreglement. In het uitvoeringsreglement kunnen geen langere termijnen worden opgenomen dan in art. 26 Pensioenwet is vermeld. Lees meer…

Kennisclips Hoger beroep #17: Cassatie

Kennisclips Hoger beroep #17: Cassatie

Kennisclips Hoger beroep #17: Cassatie

Na het hoger beroep kan cassatieberoep ingesteld worden bij de Hoge Raad. Wat betekent het eigenlijk dat de Hoge Raad geen feitenrechter is? En waarom zijn de cassatieklachten zo belangrijk? In deze kennisclip bespreekt Hans van Wijk het rechtsmiddel cassatie, van de termijn die daarvoor geldt tot en met het verloop van de procedure.

Benieuwd naar meer? Klik de link en bekijk de 17-delige serie Kennisclips Hoger Beroep op ons YouTube kanaal.

Archief

Cassatieblog.nl