Wanneer is sprake van een veroordeling wegens een misdrijf?
HR 21 juni 2024 ECLI:NL:HR:2024:917
In deze cassatieprocedure in het belang der wet gaat het om de vraag of de term ‘veroordeeld wegens misdrijf’ in art. 7 lid 1, onder a, Landsverordening integriteit (kandidaat-)ministers van het land Curaçao ook omvat een schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel zoals bedoeld in art. 9a van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad beantwoordt die vraag bevestigend. Lees meer…
Kwalificatie oud-vaderlands recht als zakelijk recht
HR 14 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:864
Het hof heeft vastgesteld dat met het “voordelig recht” (vermeld in aktes sinds 1755) een zakelijk recht is beoogd. Het hof heeft bij de vaststelling van de partijbedoeling betekenis mogen hechten aan de inhoud van latere aktes. De Hoge Raad herhaalt verder twee regels over erfdienstbaarheden: Samenvoeging en splitsing van het heersend erf leidt niet tot vergroting of verkleining van het heersend erf, en een erfdienstbaarheid strekt, in beginsel, niet tot het gebruik van het dienend erf via het heersend erf. Lees meer…
Rechtszekerheid doorslaggevend bij vraag of tussentijds hoger beroep is opengesteld
HR 21 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:924
De mededeling onderaan de tussenbeschikking heeft verzoekster redelijkerwijs zo kunnen opvatten dat de rechtbank tussentijds hoger beroep heeft opengesteld. De rechtszekerheid eist dan dat ervan moet worden uitgegaan dat de rechtbank verlof heeft gegeven voor tussentijds hoger beroep. Het hof heeft verzoekster daarom ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Lees meer…
100ste Cassatievlog
Pels Rijcken heeft het 100ste Cassatievlog gepubliceerd. Elke week, op dinsdag, analyseert en bespreekt een advocaat uit de cassatiepraktijk van Pels Rijcken een uitspraak van de Hoge Raad die de vrijdag ervoor is gedaan.
Cassatievlog #100 | Maatstaf en grondslag voor kostenvergoeding bij afgebroken onderhandelingen
HR 14 juni 2024 ECLI:NL:HR:2024:884
Op 14 juni jl. heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over afgebroken onderhandelingen. Het vormt een nieuwe loot aan de stam van het klassieke arrest Plas/Valburg en het latere arrest CBB/JPO. De Hoge Raad werpt licht op de maatstaf en de grondslag voor de verplichting van de “afbrekende” partij om de kosten van de wederpartij te vergoeden. Hans van Wijk bespreekt het arrest.
Cassatievlog #100 is ook als podcast beschikbaar.
Verhouding burgerlijke rechter en kerkelijke rechter
HR 17 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:718
Het hof is niet buiten het toepassingsgebied van art. 186 Rv getreden door het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor toe te wijzen. Voor de vordering van verweerder stond namelijk niet uitsluitend een kerkelijke rechtsgang open. Lees meer…
Advisering bij financiële producten
HR 24 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:743
Dit arrest van de Hoge Raad betreft een geval van mogelijk niet-toegestane advisering door een tussenpersoon in het kader van effectenleaseproducten. Kernvraag was of eigenlijk wel sprake was van advisering. Dat is namelijk een vergunningsplichtige dienst onder de Wet op het financieel toezicht en de oude Wet toezicht effectenverkeer 1995. Lees meer…
Verhouding publiek- en privaatrechtelijk toezicht op de Wmo
HR 24 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:742 (Stichting Renaissance Zorg / Gemeente Helmond)
Gemeenten mogen ter uitvoering van art. 6.1 Wmo in overeenkomsten met zorgaanbieders nadere voorwaarden stellen ter naleving van de Wmo. Nakoming van deze afspraken mag vervolgens ook bij de civiele rechter worden afgedwongen. Lees meer…
Cassatievlog #099 | Verhouding publiek- en privaatrechtelijk toezicht op de Wmo
HR 24 mei 2024 ECLI:NL:HR:2024:742
Dit arrest gaat over de vraag of een gemeente in het kader van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 langs privaatrechtelijke weg nakoming mag vorderen van de contractuele verplichting van een zorgaanbieder om mee te werken aan administratieve controle door de gemeente. De Hoge Raad beantwoordt die vraag bevestigend. Hidde Volberda bespreekt het arrest.
Cassatievlog #099 is ook als podcast beschikbaar.
De buffereisen in de Pensioenwet zijn niet in strijd met de IORP II-richtlijn
HR 9 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:194
Inzet van deze procedure is de wettelijke verplichting voor pensioenfondsen om bij wijze van buffer een bepaald eigen vermogen aan te houden (art. 131 en 132 Pensioenwet). Is deze verplichting in strijd met de IORP II-richtlijn? Lees meer…