Alle berichten van: Berend-Bram Heinen


HR 7 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:190

Dit is de eerste zaak waarin de Hoge Raad zich uitlaat over de Wet bescherming klokkenluiders. Centraal staat de regeling van het benadelingsverbod. Deze regeling bevat een bewijsvermoeden ten gunste van de werknemer (melder), dat kort gezegd inhoudt dat bij benadeling van een werknemer wordt vermoed dat de benadeling verband houdt met een door deze gedane klokkenluidersmelding. Het is aan de werkgever om dat vermoeden te weerleggen. Kan de werkgever volstaan met het ontzenuwen van het vermoeden? (meer…)

HR 13 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1871

Heeft de werkgever zijn informatieplicht van artikel 7:655 BW geschonden, dan brengt dat niet zonder meer mee dat een bepaling in de arbeidsovereenkomst waarop deze informatieplicht ziet, moet worden uitgelegd in de door de werknemer bepleite zin. Welke uitleg de juiste is, moet aan de hand van de Haviltex-maatstaf worden beoordeeld, waarbij de stelplicht en bewijslast op de werknemer rusten die zich op het rechtsgevolg van die bepaling beroept. Een schending van de informatieplicht is wel een van de bij de uitleg in aanmerking te nemen omstandigheden. (meer…)

HR 6 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1802

Een verzoek tot het geven van een verklaring voor recht op de voet van art. 1:26 BW dat een buitenlandse adoptiebeslissing aan de voorwaarden voor erkenning voldoet, kan ertoe leiden dat van rechtswege de Nederlandse nationaliteit wordt verkregen. De Staat moet in een dergelijke procedure als belanghebbende worden aangemerkt en kan dus hoger beroep instellen tegen een op de voet van art. 1:26 BW gegeven beslissing van de rechtbank. (meer…)

HR 30 augustus 2024, ECLI:NL:HR:2024:1102

De rechter kan niet volstaan met de constatering dat de tekst van een werkingssfeerbepaling onvoldoende duidelijk is, en op alleen die grond oordelen dat bepaalde bedrijfsactiviteiten niet onder de werkingssfeerbepaling vallen. Ook in zo’n geval moet de betekenis van de gebruikte bewoordingen aan de hand van objectieve maatstaven worden vastgesteld. (meer…)

Hoge Raad 8 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1606

Geldt voor de beoordeling of ‘publieke grond’ – grond met een publieke bestemming – in bezit is genomen, een afzonderlijke maatstaf? Nee, zo oordeelde de Hoge Raad afgelopen vrijdag. De ‘normale’ maatstaf geldt. Die laat ruimte, en verplicht, om bij de beoordeling of sprake is van inbezitneming door een niet-rechthebbende rekening te houden met de publieke bestemming van de grond. Cassatieadvocaat Berend-Bram Heinen bespreekt deze uitspraak in drie minuten.

 

Cassatievlog #113 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.

Cassatieblog.nl