Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: contractsvrijheid


HR 19 maart 2021 ECLI:NL:HR:2021:422

De uitspraak in deze zaak sluit aan bij de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 1 november 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1689, zie CB 2019-137)), waarin de Hoge Raad in verband met een niet-wijzigingsbeding oordeelde dat de contractsvrijheid van ouders bij afspraken over kinderalimentatie wordt begrensd door de dwingendrechtelijke regel dat de kinderalimentatie tenminste moet voldoen aan de wettelijke maatstaven.  (meer…)

HR 24 april 2020 ECLI:NL:HR:2020:808

 De huurder van geliberaliseerde woonruimte kan, ook ná het sluiten van de huurovereenkomst waarin overeenstemming is bereikt over servicekosten, de hoogte van die kosten ter toetsing voorleggen aan de rechter. De betalingsverplichting met betrekking tot servicekosten mag door de rechter worden bepaald op een bedrag dat in overeenstemming is met de voor de berekening daarvan geldende wettelijke voorschriften of met hetgeen als een redelijke vergoeding voor de geleverde zaken en diensten kan worden beschouwd (art. 7:259 lid 1 BW). Op de doorbelasting van oneigenlijke servicekosten is art. 7:264 BW van toepassing. (meer…)

HR 28 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2445

Een coöperatie van huisartsen is niet gehouden een huisarts aan wie een voorwaardelijke tuchtmaatregel is opgelegd toe te laten tot waarnemingsdiensten. Een dergelijke coöperatie heeft een eigen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de patiëntenzorg en heeft beoordelingsruimte bij de beslissing om een huisarts al dan niet als waarnemer te registreren. Dat het Centraal tuchtcollege van de gezondheidszorg (hierna: CTG) van oordeel is dat een arts nog een kans moet krijgen als arts werkzaam te zijn, betekent niet dat de betreffende coöperatie hem de kans moet bieden om als waarnemer diensten te verrichten. (meer…)

HR 3 mei 2013, LJN BZ2900 (KLM/X)

Of de Europese en Nederlandse regels ten aanzien van overheidsaanbestedingen van toepassing zijn op een private aanbesteding is afhankelijk van de aanbestedingsvoorwaarden en de verwachtingen die (potentiële) aanbieders op basis daarvan redelijkerwijs mochten hebben. Uit de contractsvrijheid vloeit voort dat het een private (rechts)persoon vrijstaat om in de aanbestedingsvoorwaarden de toepasselijkheid van het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel uit te sluiten. (meer…)

Cassatieblog.nl