Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: transitievergoeding


HR 3 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:815

Blokkeert het bestaan van een wachtgeldregeling het recht van de werknemer op de wettelijke transitievergoeding? De Hoge Raad legt in deze zaak het overgangsrecht van de Wwz uit. (meer…)

HR 24 juni 2022  ECLI:NL:HR:2022:950

In dit vlog bespreekt Gijsbrecht Nieuwland een recente uitspraak van de Hoge Raad over ontslag van een werknemer na grensoverschrijdend gedrag en diens aanspraak op een transitievergoeding.

Cassatievlog #024 is ook als podcast beschikbaar.

HR 21 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:63

(i) de werkgever handelt niet als goed werkgever indien hij slechts bereid is het ‘Xella-voorstel’ (beëindiging van de arbeidsovereenkomst + transitievergoeding) te aanvaarden op voorwaarde dat de werknemer hem finale kwijting verleent voor mogelijke andere aanspraken.

(ii) Bij de beoordeling van een door de werknemer gedaan verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Ook bij de beoordeling of de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. (meer…)

HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1286

Bij onregelmatige opzegging van een arbeidsovereenkomst door de werkgever moeten het recht op en de hoogte van de wettelijke transitievergoeding worden bepaald aan de hand van het tijdstip waarop die arbeidsovereenkomst zou zijn geëindigd als de werkgever deze regelmatig zou hebben opgezegd. Niet van belang is daarbij of de werkgever heeft beoogd met de onregelmatige opzegging de rechten van de werknemer op de wettelijke transitievergoeding aan te tasten. (meer…)

Het overzicht van prejudiciële zaken vermeldt weer een aantal nieuwe civiele zaken waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1)  uitleg van art. 5 Handelsnaamwet bij mogelijke naamsverwarring handelsnaam, (2) vermindering van arbeidsduur wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en recht op transitievergoeding, (3) bindende kracht van in kracht van gewijsde gegaan vonnis met betrekking tot vernietiging van effectenleaseovereenkomst voor echtgenoot die niet als formele procespartij is opgetreden en (4) is het vereiste van ‘gebleken onschuld’ voor schadevergoeding strijdig met onschuld-presumptie van art. 6 lid 2 EVRM. (meer…)

Cassatieblog.nl