Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: verzet


HR 22 april 2022 ECLI:NL:HR:2022:585

Als een partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in een door haar ingesteld verzet tegen een verstekvonnis, kan een in het verzet-exploot ingestelde vordering in reconventie onder omstandigheden alsnog worden beoordeeld door de rechter. Daarvoor is nodig dat de betrokken partij te kennen geeft in geval van niet-ontvankelijkheid in het verzet toch beoordeling van haar vordering te wensen. In dat geval kan het exploot worden aangemerkt als een gewone dagvaarding, die een nieuwe procedure inluidt. (meer…)

HR 1 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1407

(i) Voor gedaagden die bij aanvang van de verzettermijn buiten Nederland wonen of verblijven, maar van wie op dat moment de woonplaats of het werkelijk verblijf niet bekend is, geldt (ook) de in art. 143 lid 2 Rv genoemde verzettermijn van acht weken.
(ii) De rechtsverhouding tussen de uitkoper en de uit te kopen aandeelhouders is processueel ondeelbaar.
(iii) De Ondernemingskamer had aan de uit te kopen aandeelhouders – en niet aan de uitkoper – moeten opdragen de gezamenlijke andere aandeelhouders in het geding te roepen.  (meer…)

HR 2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1546

(i) Het instellen van verzet werkt in beginsel niet door in de verhouding tot de medegedaagden.
(ii) Door het verzet wordt de instantie heropend en voortgezet, maar uitsluitend tussen de oorspronkelijk eiser en de gedaagde die het verzet instelt.
(iii) Of en voor wie een rechtsmiddel openstaat en ten opzichte van welke partijen een rechtsmiddel en de daarop gedane uitspraak werking kunnen hebben, staat niet ter vrije bepaling van partijen. De daarvoor geldende regels zijn van openbare orde. (meer…)

HR 21 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:997

Vermindering van de eis in zaken met verplichte procesvertegenwoordiging kan niet besloten liggen in een verklaring van een procespartij ter comparitie, maar dient plaats te vinden bij conclusie of akte, welke akte ook daarin kan bestaan dat de procesvertegenwoordiger ter comparitie mondeling akte verzoekt van een vermindering van eis. Indien echter intrekking van vorderingen een vorm van afstand van recht zou inhouden, geldt daarvoor de eis dat sprake moet zijn van een verklaring die op de aan afstand van recht verbonden rechtsgevolgen is gericht. Daarbij mag in het algemeen worden aangenomen dat een eisende partij die haar eis wijzigt, niet zal wensen dat in het geheel geen eis resteert in het geval de eiswijziging niet wordt toegelaten. De rechter dient in dat geval te onderzoeken of met de wijziging van de vorderingen de bestaande vorderingen onvoorwaardelijk heeft willen prijsgeven. (meer…)

Cassatieblog.nl