Selecteer een pagina

Alle berichten van: Juliette Duyster


HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1073

Het enkele feit dat geïntimeerden door een gebrek in het herstelexploot pas ruim twee weken na het einde van de appeltermijn kennis hebben genomen van het ingestelde hoger beroep, betekent als zodanig niet dat zij door dit gebrek onredelijk in hun belangen zijn geschaad. (meer…)

HR 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1401

De rechtbank had de uitspraak op 20 januari 2022 telefonisch aan verzoeker in cassatie medegedeeld. Het vonnis zelf vermeldde als uitspraakdatum echter 24 januari 2022. De Hoge Raad laat in het midden of de rechtbank al op 20 januari 2022 uitspraak heeft gedaan, omdat een overschrijding van de termijn voor het instellen van hoger beroep door verweerster in cassatie in dat geval verschoonbaar zou zijn.  (meer…)

HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1344

Voor de overgang van fosfaatrechten naar een ander bedrijf is uitsluitend de registratie vereist van de kennisgeving van die overgang overeenkomstig de bepalingen uit de Meststoffenwet. De regeling in de Meststoffenwet moet in zoverre als een speciale regeling voor de overdracht van fosfaatrechten (en de andere in die wet genoemde productierechten) worden beschouwd, die afwijkt van de algemene regeling van art. 3:84 BW. Een geldige titel voor overdracht in de zin van art. 3:84 lid 1 BW is derhalve niet vereist.  (meer…)

HR 22 april 2022 ECLI:NL:HR:2022:585

Als een partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in een door haar ingesteld verzet tegen een verstekvonnis, kan een in het verzet-exploot ingestelde vordering in reconventie onder omstandigheden alsnog worden beoordeeld door de rechter. Daarvoor is nodig dat de betrokken partij te kennen geeft in geval van niet-ontvankelijkheid in het verzet toch beoordeling van haar vordering te wensen. In dat geval kan het exploot worden aangemerkt als een gewone dagvaarding, die een nieuwe procedure inluidt. (meer…)

HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1311

De vereffenaar van een nalatenschap heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking op de voet van art. 1:374 lid 2 BW in verbinding met art. 4:161 leden 1 en 4 BW. Tegen deze beschikking stond geen beroep in cassatie open, maar hoger beroep, zodat de Hoge Raad het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaart. (meer…)

Cassatieblog.nl