Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: verzet


HR 21 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:997

Vermindering van de eis in zaken met verplichte procesvertegenwoordiging kan niet besloten liggen in een verklaring van een procespartij ter comparitie, maar dient plaats te vinden bij conclusie of akte, welke akte ook daarin kan bestaan dat de procesvertegenwoordiger ter comparitie mondeling akte verzoekt van een vermindering van eis. Indien echter intrekking van vorderingen een vorm van afstand van recht zou inhouden, geldt daarvoor de eis dat sprake moet zijn van een verklaring die op de aan afstand van recht verbonden rechtsgevolgen is gericht. Daarbij mag in het algemeen worden aangenomen dat een eisende partij die haar eis wijzigt, niet zal wensen dat in het geheel geen eis resteert in het geval de eiswijziging niet wordt toegelaten. De rechter dient in dat geval te onderzoeken of met de wijziging van de vorderingen de bestaande vorderingen onvoorwaardelijk heeft willen prijsgeven. (meer…)

HR 8 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:207

Indien een vonnis naar zijn uiterlijk een verstekvonnis is, waaruit niet kan worden afgeleid of op andere wijze kan worden vastgesteld dat het in wezen om een vonnis op tegenspraak gaat, dient de rechter gelet op art. 6 EVRM het verzet tegen het eindvonnis ontvankelijk te achten, zulks in afwijking van de hoofdregel. (meer…)

HR 3 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:2808 (X B.V. c.s. / mr. Krol q.q.)

In de verzetprocedure ex art. 184 Fw e.v. kan niet worden teruggekomen van een beslissing van de rechter-commissaris om een schuldvordering op de lijst van erkende schuldeisers te plaatsen, nu dit een beschikking is als bedoeld in art 67 lid 1 Fw, waartegen hoger beroep openstaat. (meer…)

HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:546 (SNS c.s./curatoren)

Verzet schuldeisers bij intrekking 403-verklaring. 1. In een geval waarin bij één beschikking in meerdere verzetprocedures uitspraak is gedaan, kan bij één verzoekschrift een rechtsmiddel worden aangewend; 2. De rechter dient, in een geval waarin het bestaan en de omvang van de vordering zijn betwist, het verzet gegrond te verklaren, tenzij en voor zover hij de vordering onmiskenbaar ongegrond acht. Aan dat oordeel zijn slechts beperkte motiveringseisen te stellen. (meer…)

HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2642

Geïntimeerden worden bij verstek veroordeeld ondanks dat zij het verstek hadden gezuiverd. Van die zuivering blijkt niet uit het roljournaal of het arrest, maar het hof verklaart uiteindelijk het verzet tegen de arresten niet-ontvankelijk, omdat door de zuivering het verstek was komen te vervallen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof in dit bijzondere geval het verzet toch ontvankelijk had moeten achten, omdat het recht op toegang tot de appelrechter in de kern is aangetast.

(meer…)

Cassatieblog.nl