Alle berichten met de tag: EVRM art. 6


HR 25 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:592 en ECLI:NL:HR:2025:664

Een beroep op een (dreigende) schending van fundamentele rechten bij uitlevering, toetst de civiele rechter volledig. Hij is daarbij niet gebonden aan de waardering van feiten, omstandigheden en bewijsmateriaal van de uitleveringsrechter, en hoeft die ook niet tot uitgangspunt te nemen. (meer…)

HR 23 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:796

De algemene regel van stellen en bewijzen ex art. 149 lid 1 Rv geldt ook voor schadevergoedingsvorderingen ter zake van een feitencomplex waarover ook een strafzaak tegen de gedaagde aanhangig is. De toepassing van deze regel is in beginsel niet in strijd met art. 6 EVRM. (meer…)

HR 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:87

Het gaat in deze cassatie in het belang der wet om een wrakingsbeslissing van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. De Hoge Raad overweegt onder meer dat het vermoeden van rechterlijke onpartijdigheid ook geldt voor een lid-beroepsgenoot van een tuchtcollege voor de gezondheidszorg. Verder somt de Hoge Raad acht omstandigheden op die van belang kunnen zijn bij de vraag of sprake is van objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid. (meer…)

HR 30 augustus 2024, ECLI:NL:HR:2024:1103

Wanneer een veroordeelde wel bekend is geworden met het verstekvonnis, maar niet ook met de (eerdere) tenuitvoerlegging daarvan, kan hij (ten onrechte) denken dat de verzettermijn vanaf de bekendwording gaat lopen. In zo’n geval brengt art. 6 EVRM mee dat een nadere verzettermijn van vier weken vanaf de bekendwording moet worden gegund. (meer…)

HR 12 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:588

In deze uitspraak komen onder andere aan de orde (a) de uitleg van het dictum in de hoofdzaak door de rechter in de schadestaatprocedure en (b) het beginsel van hoor en wederhoor met betrekking tot informatie die is opgenomen in het laatste gedingstuk voor de uitspraak (art. 19 Rv).

(meer…)

Cassatieblog.nl