bewijslast
Tekortkoming in een overeenkomst van opdracht; op wie rust de bewijslast?
HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1776
Als een opdrachtnemer de van de opdrachtgever ter doorbetaling aan een derde ontvangen geldbedragen voor zichzelf behoudt, schiet de opdrachtnemer tekort in de uitvoering van de opdracht. De opdrachtgever lijdt dan schade ten belope van die geldbedragen. Op grond van art. 7:403 lid 2 BW is het aan de opdrachtnemer om te bewijzen dat hij over de geldbedragen heeft beschikt overeenkomstig het doel waarvoor ze aan hem zijn verschaft en er dus geen sprake is van een tekortkoming. Lees verder >
Stelplicht, bewijslast en tegenbewijs bij discussie over bestaan huurovereenkomst
HR 6 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2565
De Hoge Raad herhaalt een eerdere uitspraak waarin is bepaald dat degene die zich jegens de rechthebbende beroept op een recht om een goed te houden of te gebruiken, zoals een huurrecht, de stelplicht en bewijslast heeft met betrekking tot de feiten waaruit dat recht volgt (HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1185, NJ 2017/286). Het hof heeft dit niet miskend, maar heeft ten onrechte het bewijsaanbod van de rechthebbende – dat als het aanbod tot het leveren van tegenbewijs door getuigen moet worden aangemerkt – gepasseerd. Lees verder >
Bewijslast tenietgaan hoofdschuld bij borgtocht en hoor en wederhoor
HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1108
(i) het verweer van de door de schuldeiser aangesproken borg dat de verbintenis van de hoofdschuldenaar niet meer bestaat doordat deze reeds heeft betaald en de schuld is tenietgegaan, is een bevrijdend verweer. De bewijslast van het tenietgaan van de hoofdschuld rust daarmee op de borg (150 Rv); (ii) het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, nu de bank – vanwege het in omloop zijn van twee verschillende versies van de memorie van grieven – niet op een stelling die uitsluitend in de aan het hof overgelegde versie was opgenomen en waarop het hof zijn oordeel heeft gebaseerd, heeft kunnen reageren. Lees verder >
Geen rechterlijke terughoudendheid bij toetsing kortingsregeling nabestaandenpensioen aan discriminatieverbod
HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3628
Cassatie in het belang der wet. Gelet op het fundamentele belang van een gelijke behandeling naar geslacht wordt de rechter bij de noodzakelijkheidstoetsing van een discriminatoire kortingsregeling betreffende een nabestaandenpensioen niet beperkt door de in beginsel aan cao-partijen toekomende onderhandelingsvrijheid. Ingevolge art. 6a WGB dient het pensioenfonds te bewijzen dat voor het gemaakte onderscheid een objectieve rechtvaardigingsgrond bestaat. Daarbij komt het aan op de feiten en omstandigheden van het concrete geval. Lees verder >
Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement: bestuurder draagt bewijslast van disculpatiegrond
HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:522 (Curatoren ZHG/Verweerster)
Het hof heeft niet vastgesteld dat verweerster heeft bewezen dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan haar te wijten is geweest en dat zij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van de onbehoorlijke taakvervulling af te wenden. ’s Hofs oordeel dat verweerster zich kan disculperen ex art. 2:248 lid 3 BW, geeft derhalve blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Lees verder >
Bewijslast terzake bestaan toereikende volmacht en bestaan volmachtgever rust op (pseudo)gevolmachtigde
HR 22 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1384
Bewijslast terzake bestaan toereikende volmacht en bestaan volmachtgever rust op (pseudo)gevolmachtigde. Degene die een vordering instelt op de voet van art. 3:70 BW kan derhalve in beginsel volstaan met de stelling – onderbouwd voor zover dat in de omstandigheden van het geval van hem kan worden gevergd – dat een toereikende volmacht ontbreekt. HR komt gedeeltelijk terug van HR 20 februari 2004, NJ 2004/254. Strekking art. 85 lid 2 en 4 Rv. Lees verder >
Tussentijds cassatieberoep tegen bewijsopdracht ontvankelijk door eindbeslissing over bewijslastverdeling
HR 14 juni 2013, LJN BZ5356
Uit de omstandigheid dat het hof tussentijds hoger beroep heeft opengesteld, leidt de Hoge Raad af dat de beslissing over de bewijslast in het arrest waarvan beroep door het hof bedoeld is als eindbeslissing. Lees verder >
Schending mededingingsrecht moet voldoende onderbouwd worden
HR 21 december 2012 LJN BX0345 (ANVR en ATP c.s./IATA-NL)
Een beroep op strijdigheid van een door een branchevereniging gehanteerde regeling met het Europese mededingingsrecht, moet voldoende onderbouwd worden met (economische) feiten en omstandigheden. Lees verder >