Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: bewijslast


HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1108

(i) het verweer van de door de schuldeiser aangesproken borg dat de verbintenis van de hoofdschuldenaar niet meer bestaat doordat deze reeds heeft betaald en de schuld is tenietgegaan, is een bevrijdend verweer. De bewijslast van het tenietgaan van de hoofdschuld rust daarmee op de borg (150 Rv);  (ii) het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, nu de bank – vanwege het in omloop zijn van twee verschillende versies van de memorie van grieven – niet op een stelling die uitsluitend in de aan het hof overgelegde versie was opgenomen en waarop het hof zijn oordeel heeft gebaseerd, heeft kunnen reageren. (meer…)

HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3628

Cassatie in het belang der wet. Gelet op het fundamentele belang van een gelijke behandeling naar geslacht wordt de rechter bij de noodzakelijkheidstoetsing van een discriminatoire kortingsregeling betreffende een nabestaandenpensioen niet beperkt door de in beginsel aan cao-partijen toekomende onderhandelingsvrijheid. Ingevolge art. 6a WGB dient het pensioenfonds te bewijzen dat voor het gemaakte onderscheid een objectieve rechtvaardigingsgrond bestaat. Daarbij komt het aan op de feiten en omstandigheden van het concrete geval. (meer…)

HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:522 (Curatoren ZHG/Verweerster)

Het hof heeft niet vastgesteld dat verweerster heeft bewezen dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan haar te wijten is geweest en dat zij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van de onbehoorlijke taakvervulling af te wenden. ’s Hofs oordeel dat verweerster zich kan disculperen ex art. 2:248 lid 3 BW, geeft derhalve blijk van een onjuiste rechtsopvatting. (meer…)

HR 22 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1384

Bewijslast terzake bestaan toereikende volmacht en bestaan volmachtgever rust op (pseudo)gevolmachtigde. Degene die een vordering instelt op de voet van art. 3:70 BW kan derhalve in beginsel volstaan met de stelling – onderbouwd voor zover dat in de omstandigheden van het geval van hem kan worden gevergd – dat een toereikende volmacht ontbreekt. HR komt gedeeltelijk terug van HR 20 februari 2004, NJ 2004/254. Strekking art. 85 lid 2 en 4 Rv. (meer…)

HR 14 juni 2013, LJN BZ5356

Uit de omstandigheid dat het hof tussentijds hoger beroep heeft opengesteld, leidt de Hoge Raad af dat de beslissing over de bewijslast in het arrest waarvan beroep door het hof bedoeld is als eindbeslissing. (meer…)

Cassatieblog.nl