Alle berichten met de tag: wraking


HR 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:87

Het gaat in deze cassatie in het belang der wet om een wrakingsbeslissing van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. De Hoge Raad overweegt onder meer dat het vermoeden van rechterlijke onpartijdigheid ook geldt voor een lid-beroepsgenoot van een tuchtcollege voor de gezondheidszorg. Verder somt de Hoge Raad acht omstandigheden op die van belang kunnen zijn bij de vraag of sprake is van objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid. (meer…)

HR 25 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1738

Ook een partij die na een tussenuitspraak een wrakingsverzoek heeft gedaan waarin is berust heeft de mogelijkheid om in hogere instantie aan te voeren dat de aangevochten rechtelijke beslissing niet in stand kan blijven, omdat wegens het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter geen sprake is van een eerlijke procedure. (meer…)

HR 31 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:155

Een rechterlijke beslissing kan als zodanig geen grond vormen voor wraking. Dat geldt zowel voor beslissingen in de hoofdzaak als voor daarmee verband houdende beslissingen van andere aard. Een wrakingsverzoek kan daarom niet met succes worden gedaan op de grond dat een door die rechter nog te nemen beslissing een bepaalde inhoud heeft. Een wrakingsverzoek kan wel afhankelijk worden gesteld van een afwijzende beslissing op een ander verzoek, als dat wrakingsverzoek zelf op een andere grond berust dan op de inhoud van de nog te nemen beslissing op dat andere verzoek. (meer…)

ECLI:NL:HR:2019:1691

De regeling van wraking van rechters, neergelegd in de art. 36 – 39 Rv, is ook van toepassing op een machtigingsprocedure op de voet van de Wet Bopz. Indien in een procedure tot het verlenen van een machtiging uit hoofde van de Wet Bopz een wrakingsverzoek wordt gedaan, geldt als uitgangspunt dat de rechter tegen wie het wrakingsverzoek is gericht, niet op het verzoek tot het verlenen van de machtiging mag beslissen zolang niet op het wrakingsverzoek is beslist. (meer…)

HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2397 

De Wrakingskamer van de Hoge Raad heeft het wrakingsverzoek tegen de hele strafkamer van de Hoge Raad ongegrond verklaard. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de werkwijze van de Hoge Raad, waarin drie of vijf raadsheren een zaak beslissen, terwijl de overige leden van een kamer (reservisten) kunnen deelnemen aan de beraadslaging over die zaak.  (meer…)

Cassatieblog.nl