Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: meervoudige kamer


HR 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1312

Rechters-plaatsvervangers kunnen, als rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, door het bestuur van het gerecht worden opgeroepen voor de behandeling en beslissing van zaken. De wet stelt geen beperkingen aan het aantal rechters-plaatsvervangers in de bezetting van een meervoudige kamer. (meer…)

HR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1281 en HR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1242

De Hoge Raad bevestigt de lijn zoals uiteengezet in HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3076, (zie CB 2014-169) en HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3264 (zie CB 2018-13). Net als in die arresten overweegt de Hoge Raad ook nu in twee arresten dat indien een zaak meervoudig wordt beslist, als hoofdregel geldt dat een aan de beslissing voorafgaande mondelinge behandeling die mede tot doel heeft dat de rechter partijen in de gelegenheid stelt hun stellingen toe te lichten, in beginsel dient plaats te vinden ten overstaan van de drie rechters of raadsheren die de beslissing zullen nemen. (meer…)

HR 12 juli ECLI:NL:HR:2019:1202

Indien een enkelvoudige kamer het voornemen heeft de zaak na de mondelinge behandeling voor de beslissing te verwijzen naar een meervoudige kamer, kan zij dit al bij de behandeling aan partijen meedelen en kan zij erop wijzen dat, in het geval van die verwijzing, partijen kunnen verzoeken om (hernieuwde) behandeling door de meervoudige kamer. Partijen kunnen dan desgewenst tijdens de behandeling op voorhand afstand doen van het gebruik van die mogelijkheid.

Deze uitspraak bevat een verdere uitwerking van de regels voor behandeling door de enkelvoudige en meervoudige kamer. Daaraan vooraf gaat een beslissing over wat na cassatie en verwijzing in een zaak in het kader van de Wet Bopz. (meer…)

HR 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:569, ECLI:NL:HR:2019:571, ECLI:NL:HR:2019:567

Uit de omstandigheid dat met partijen ter comparitie uitdrukkelijk is besproken of zij pleidooi wensen en zij daarvan op dat moment hebben afgezien, kan niet worden afgeleid dat de werknemer afstand heeft gedaan van het aan hem toekomende recht om bij de comparitie zijn stellingen toe te lichten ten overstaan van de meervoudige kamer die de beslissing zou nemen. (meer…)

HR 22 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:271

Nu het doel van de door het hof bepaalde comparitie niet beperkt was tot het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking, maar dat de comparitie mede diende om partijen de gelegenheid te geven hun stellingen nader toe te lichten, en voor dat doel ook is benut, kan ’s hofs afwijzing van het verzoek van de werkgever een nadere mondelinge behandeling ten overstaan van de meervoudige kamer van het hof te bepalen, niet in stand blijven. (meer…)

Cassatieblog.nl